Jan Heidema over het WK Jonge Dressuurpaarden: ‘Je doet het met elkaar’

Jan Heidema vervult al 22 jaar de rol van chef d’equipe op het WK Jonge Dressuurpaarden. Hij was er voor het eerst bij in Arnhem in 1999 en heeft nooit een editie gemist. ‘’In Arnhem moest er iemand zijn om het WK voor de Nederlandse combinaties in goede banen te leiden en ik kreeg van de KNHS toestemming om deze rol op me te nemen.’’

‘Je bent er voor de sporters’
‘’Als chef d’equipe ben je er helemaal voor de sporters en zorg je dat alles voor hen zo goed mogelijk georganiseerd is. In Verden heeft geen enkele ruiter zelf stro of krullen in zijn box gedaan. Ik regel dit allemaal van tevoren. Als de paarden van de vrachtwagen komen, kunnen ze zo hun box in.’’

Selectietraject goed voor mekaar
Jan heeft alle selectiedagen in het voortraject meegemaakt, maar hij bemoeit zich niet met de selectie. Hij ondersteunt de ruiters die deelnemen op KWPN-gefokte paarden. Dit jaar besteedde hij extra aandacht aan ruiters die er voor de eerste keer bij waren. “Zij hadden nog nooit aan een WK voor Jonge Dressuurpaarden deelgenomen. We hebben hen in de voorselectie begeleid. Dat selectietraject hebben we goed voor mekaar in Nederland. Denemarken vroeg nog hoe wij dit toch doen.’’

Team
Heidema vindt het erg leuk om met paarden en mensen om te gaan. “Ik hecht er veel waarde aan dat het team zo goed mogelijk functioneert en dat je er ook voor elkaar bent.’’

Evalueren
‘’Het is belangrijk om elk WK te evalueren. Dan bespreken we wat er goed ging en wat er nog beter kan. We hebben altijd van de zes paarden er minstens drie in de finale per leeftijdscategorie. Als dit niet zo is, moeten we ons achter onze oren krabben.’’

Coöperatief opstellen naar organisatie
‘’Ik ben elke dag vroeg op het terrein aanwezig en dan maak ik een praatje met de stalmeester, zodat die man mij kent. Ik probeer dan in korte tijd een goede band met hem op te bouwen, zodat het communiceren heel makkelijk gaat als ik hem nodig heb. Als een ruiter dan een oneffenheid heeft met de stalbaas kan ik er altijd tussen komen en lossen we het gezamenlijk weer op. Het Nederlandse team stelt zich altijd coöperatief op naar de organisatie.’’

‘Je doet het met elkaar’
Het Nederlandse team (waarbij de afkomst van het paard bepalend is) heeft dit jaar internationale aspecten. ‘’De Britse amazone Charlotte Fry komt dit jaar voor het eerst voor Nederland uit. We hadden bedacht om haar iedere dag een Nederlands woord te leren, zodat ze ook het gevoel heeft dat ze erbij hoort. Je moet ervoor zorgen dat iedereen zich thuis voelt. De laatste tien procent win je doordat je met zijn allen een team bent. Je doet het met elkaar’’

‘In je eigen land is het lastiger om een team te zijn’
Voor het teamgevoel is het volgens Jan Heidema lastiger als het WK in Ermelo verreden wordt. ‘’Als de ruiters op het WK gereden hebben, gaan ze naar huis om thuis nog paarden te trainen. In Verden gaat niemand naar huis en blijft iedereen tot het eind. Iedereen vindt het leuk om van huis te zijn. In Verden trek je meer met elkaar op. Voor het WK-gevoel is het voor ons het beste als het in Verden plaatsvindt. De Duitsers zeggen ook dat ze in Ermelo beter een team zijn dan wanneer ze hier in Verden zijn.’’

Geduld
Heidema kijkt altijd waar verbeteringen mogelijk zijn. ‘’De ingang van de ring was erg smal en toen kwam ik met het idee om de ingang te verbreden, zodat dit beter is voor het welzijn van de paarden. Je weet dat je geduld moet hebben voordat zoiets veranderd wordt.’’

Twee boxen te weinig
Toen Jan op de eerste dag op het terrein aankwam was er al een probleem. ‘’Er waren voor de Nederlandse paarden twee boxen te weinig. Toen heb ik aangegeven dat er nog twee boxen bij moesten, zodat alle paarden bij elkaar stonden. Twee paarden van een ander land kregen toen op een andere plek een box.’’

Ermelo
‘’Volgend jaar vindt het WK weer in Ermelo plaats en dan is het voor mij iets makkelijker. Dan weet ik bijvoorbeeld al in welke stallen de Nederlandse paarden staan. De achterste stallen in de lange gang op het KWPN centrum worden gebruikt voor onze paarden. Daar hebben ze het meeste rust. In Ermelo heb je weer andere organisatorische dingen waar je tegenaan loopt.’’

Kwaliteit van paarden enorm verbeterd
Door de jaren heen is de sfeer en de gemiddelde kwaliteit van de paarden enorm verbeterd. ‘’Vroeger had je combinaties die met een 6,3 de baan uit kwamen, maar dat is nu niet meer aan de orde. Als je nu de resultaten ziet, wordt er bijna niet meer onder de 7 gegeven. De cijfers liggen vaak ongelofelijk dicht bij elkaar en hierdoor is het ook leuk om naar te kijken.’’

Beroemde fiets
‘’Mijn fiets gaat elk jaar mee naar het WK. In Ermelo mag ik alleen niet op het terrein fietsen, maar hij gaat wel altijd mee. De fiets is heel beroemd, want toen Emmelie Scholtens met Astrix wereldkampioen werd in Verden heeft ze de fiets gebruikt voor de prijsuitreiking en de ereronde, omdat haar paard niet helemaal fit was.’’


Mensen, paarden en organiseren combineren
Voor Jan Heidema is het WK één van de hoogtepunten van het hippisch jaar. ‘’Ik vind het fantastisch werk om te doen. Ik combineer hier mensen, paarden en organiseren en dat is waar mijn hart ligt. Ik zou het als het kan heel lang willen blijven doen, maar ik ben al wel 70 jaar. Als mensen zeggen dat iemand anders dit werk moet gaan doen, voor wat voor reden dan ook, leg ik me daarbij neer. Maar ik zou het wel jammer vinden.’’