Vijf dingen die elke ruiter zou moeten weten over sportpsychologie

Door dr. Inga Wolframm 

  1. Het betekent niet dat er iets mis met je is

Veel ruiters denken dat sportpsychologie alleen is voor mensen die “niet helemaal goed bij hun hoofd zijn”, die “problemen” hebben of “mentaal ziek” zijn.

Dit is zonde, want HET IS GEWOON NIET WAAR.

Sportpsychologie is voor iedereen die zijn of haar prestatie wil verbeteren. Het is voor iedereen die zijn of haar gedachten, emoties en gedrag wil optimaliseren en het beste wil maken van de tijd die besteed wordt aan het paardrijden.

 

Dit is wat de meeste ruiters vaak vergeten: Wat je denkt en hoe je, je voelt, zal je gedrag beïnvloeden. Als je boos of bang bent zal je anders reageren dan wanneer je ontspannen of blij bent. Verder zal jouw gedrag direct en onherroepelijk je paard beïnvloeden. Een halve ophouding gegeven wanneer je boos of bang bent zal anders voor het paard aanvoelen dan wanneer je ontspannen bent. Dus in werkelijkheid heeft het optimaliseren van prestaties alles te maken met erachter komen hoe negatieve gedachten omgezet kunnen worden in positieve gedachten.

 

Dat is wat sportpsychologie doet.

Het helpt ervoor te zorgen dat je het beste uit jezelf naar boven haalt.

 

  1. Het is geen hogere wiskunde

Dus zelfs als het mij gelukt is je te overtuigen dat sportpsychologie voor iedereen voordelig kan zijn (of je wist dit allang), zou je nog kunnen denken dat het “gebruik” van sportpsychologie te ingewikkeld, te tijdrovend of te duur zou zijn.

Weer, niet waar.

 

Sportpsychologie IS GEEN hogere wiskunde. Ja, het vereist een Universitair diploma om er les in te geven, maar het is vrij simpel om het te leren.

 

Sportpsychologie legt de focus op het optimaliseren van menselijk gedrag om te presteren en wanneer ik zeg “presteren” bedoel ik niet alleen op een wedstrijd.

Hier is het gave deel ervan: Het moment dat je de juiste gemoedstoestand bent weet je dat meteen. Het is dat heldere moment waarin alles klopt en je denkt: “Waarom heb ik hier niet eerder aan gedacht?”

Dat is waarom veel sportpsychologische theorieën, technieken en praktische interventies zo zijn dat wanneer je ze uitprobeert de stukjes op zijn plaats vallen.

 

  1. …maar het kost wat moeite.

Iets begrijpen en iets toepassen zijn twee verschillende dingen. We zijn gewoontedieren en om gewoontes te doorbreken en nieuwe te ontwikkelen kost tijd en moeite. Dit betekend dat om sportpsychologie te laten werken, moet je de mentale vaardigheden blijven oefenen, het liefst elke dag dat je traint. Na een poosje worden deze nieuwe, behulpzame manieren van denken en voelen een tweede natuur.

Ze worden automatisch en zorgen ervoor dat je altijd in een optimale gemoedstoestand bent.

Heb je nog een rede nodig?

Wanneer we stress hebben neigen we naar oude gewoontes terug te gaan, dus wanneer we deze mentale vaardigheden hebben geoefend is de kans groter dat je in een optimale gemoedstoestand blijft ook al ben je bezorgd, bang of nerveus.

 

Dat is waarom sportpsychologie dagelijks geoefend moet worden.

 

  1. Het helpt je te begrijpen wat je motiveert.

Dus wanneer je meer mentale training technieken toepast in je dagelijkse routine met rijden en trainen, wordt je bewuster van jezelf. Je zal eerder herkennen wanneer en waarvan je boos of bang wordt – en wat je moet doen om het direct te stoppen.

 

Deze zelfkennis is van onschatbare waarde in een sport wat draait om twee levende wezens, maar waarbij er maar een beslist – jij- wat je moet en gaat doen.

Alleen wanneer jij begrijpt wat jou, jou maakt, zal je de ruiter worden die je zou willen zijn.

 

  1. Maak een meer consistente, discrete en toegewijde ruiter van je.

Dus daar heb je het.

 

Effectieve mentale vaardigheden kunnen je helpen een meer consistente, discrete en toegewijde ruiter van je maken: duidelijk in je hulpen, fijngevoelig in je reacties en toegewijd aan het welzijn van het paard.

 

Inga Wolframm

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie