Zeker onder mensen die louter voor hun plezier een paard kopen, is het niet ongebruikelijk om in het kooptraject te spreken over een proefperiode. In het verleden gingen mensen wat vaker bij een paard kijken, maar met de opkomst van het internet en daarmee de vergroting van het zoekgebied is dat in toenemende mate lastig. Om toch zeker(der) te weten wat je koopt, komen mensen wel eens een proefperiode overeen. De Vereniging Eigen Paard verzocht mij recent daarvoor een standaard-contract op te stellen, met een aantal open opties erin. Vol goede moed ging ik daarmee aan de slag, om vervolgens bij het meest basale raamwerk al helemaal in de soep te lopen. Een proefregeling is eenvoudigweg te divers om in een standaard te vatten. De bedoelingen, uitgangspunten en relaties tussen partijen zijn zo verschillend dat daarvoor niet of nauwelijks een regeling is. Koop je een veulentje van je stalbaas, help je iemand uit de brand die het financieel niet (meer) helemaal rond heeft, wil je een pony om mee in de kaders te rijden of juist een kuikenmakke beginnerspony voor een startend kind, is hoeverre kennen partijen elkaar en zitten zij, voor wat betreft de paarden, op één lijn? In plaats van een mooi nieuw standaard-contract bevat dit artikel daarom een aantal punten waarover je in ieder geval nagedacht moet hebben (en eigenlijk afspraken over moet hebben vastgelegd) voordat je in een dergelijke constructie stapt.
Ter inleiding zullen de plus- en minkanten voor ieder der partijen worden toegelicht, waarna ik achtereenvolgens zal ingaan op de volgende punten:
- Hoe lang
- Waar staat het paard
- Wie draagt welke kosten
- Wanneer wordt er wat betaald
- Is sprake van een opschortende of een ontbindende overeenkomst, dus wie draagt het risico dat het paard iets krijgt in die periode;
- Wie verzekert het paard;
- Wat mag er met het paard en wat niet
- Wie neemt beslissingen omtrent (alternatieve) behandelingen van het paard
- Wie draagt het bewijs van eventuele problemen;
- Welke spullen gaan onder welke condities mee;
Kopersargumenten
Voor een koper zitten er vooral kansen aan een proefperiode, als deze goed is geregeld. Immers: je kunt gedurende een bepaalde periode ‘eigen paardje spelen’, dus bekijken of de wensen die je hebt bij een paard, bij dit paard ook daadwerkelijk tot uiting komen. Als je als recreant of niet-professionele sporter een paard koopt, is niet (alleen) het sporttalent relevant, maar juist met hoeveel plezier je dagelijks de nodige tijd en aandacht aan het paard gaat besteden. Voor mensen met een baan is een paard een behoorlijke aanslag op je vrije tijd en dan is het wel heel fijn om te weten dat het paard je inderdaad die vriendschap en affectie biedt waar je naar op zoek bent. De één knuffelt graag eindeloos met een paard, terwijl het voor de ander vooral belangrijk is dat het paard ook nog fijn te rijden is als het twee of drie dagen niet gewerkt heeft.
Met een paard op proef kun je dit allemaal uitproberen. Als het dan klopt, weet je wat je koopt. Als het niet klopt, breng je het paard terug en zoek je verder, zonder dat daar allerlei (financiële) consequenties aan verbonden zijn.
Aan de andere kant loop je als koper wel het risico op allerlei discussies met de verkoper, over of het paard bepaald gedrag al had, hoe je ermee om bent gegaan, over een vergoeding en over de consequenties van eventuele schade, met name als je besluit het paard uiteindelijk niet te kopen.
Verkopersargumenten
Iedere verkoper wil graag dat zijn paard goed terecht komt, dat de combinatie klikt en dat je – als het paard eenmaal verkocht is – ook zeker weet dat ook de koper weet wat-ie in huis heeft gehaald en dat daarmee de kans op ‘gedonder achteraf’ sterk afneemt. Aan de andere kant betekent dat wel dat je je paard, dat in alle gevallen enige waarde vertegenwoordigt, aan de zorg moet overdragen van iemand die je misschien helemaal niet zo goed kent. Als diegene het paard dan niet koopt, wat krijg je dan terug en hoe moet je dat regelen?
Hoe lang duurt de overeenkomst
Een proefperiode kan zo lang duren als je zelf wil, maar hoe langer deze duurt, hoe groter de kans is dat er onomkeerbare beslissingen genomen moeten worden, en wie van beiden neemt een dergelijke beslissing dan. Een advies is om een periode van niet veel meer dan twee weken te kiezen. In die tijd kan een paard in ieder geval in enige mate wennen en krijgt de ruiter een idee van het paard dat hij koopt. Aan de andere zijn problemen die in twee weken zijn ontstaan, incidenten daar gelaten, vaak nog wel weer recht te breien. Als een koper na twee weken nog twijfelt, is dit waarschijnlijk niet het goede paard.
Waar staat het paard
Tenzij koper en verkoper vlak bij elkaar in de buurt wonen (hetgeen de hele proefperiode een stuk laagdrempeliger maakt omdat de verkoper toezicht kan houden), zal het paard naar alle waarschijnlijkheid met de koper mee gaan. Er moeten dan afspraken over het vervoer worden gemaakt, maar zeker ook over de plek waar het paard komt te staan. Als het paard van een sportstal komt en gewend is 23 uur per dag op stal te staan, kun je als koper wel over willen gaan naar een hit actief-stal, maar daar gaat meestal een gewenningsperiode aan vooraf voor het paard die niet in de proefperiode te vatten is, en andersom geldt vaak hetzelfde. Eigenaren hebben vaak zeer uitgesproken gedachten over de huisvesting van hun paard, het is dan van belang om te weten dat dit goed geregeld is voordat je je paard met een gerust hart aan een ander geeft. Ditzelfde geldt voor het voer dat een paard krijgt, het ene paard kan zoveel moeilijker reageren dan het andere. Zo hoorde ik ooit dat iemand een kapitaal paard gekocht had en na een half jaar ‘nu ook had gezorgd dat de lekkage in de box verholpen werd’, als verkoper zou ik dat een heel vervelende gedachte hebben gevonden.
Wie draagt welke kosten
Ook als het paard maar kort verplaatst wordt, doet zich de vraag voor wie wat betaalt. Wie betaalt de kosten van de nieuwe stalling, wie betaalt de kosten van de doorlopende ‘oude’ stalling? Wordt er een proefperiodevergoeding afgesproken en zo ja: hoe hoog is die? En wordt die bij de verkoop met de koopsom verrekend, of ten dele, of helemaal niet? En als de dierenarts onverhoeds moet komen, wie draagt dan de kosten? En als de dierenarts moet komen en is afgesproken dat alleen bijzondere kosten door de koper worden gedragen, maar de dierenarts ‘pakt meteen de enting mee’, wie draagt dan die kosten? Ditzelfde geldt voor (meegegeven) voer en zo zijn nog vele al dan niet voorziene kosten te bedenken.
Wanneer wordt er wat betaald?
Dit ziet niet alleen op de koopprijs, maar ook op een eventuele vergoeding voor het gebruik van faciliteiten en materialen etcetera.
Opschortende of ontbindende overeenkomst
Je komt overeen dat je het paard koopt als-ie bevalt (of als je een proefwedstrijd met een bepaald percentage uit rijdt, of als het paard er in het bos niet met je vandoor vliegt, of de stalwanden er niet uit trapt, of welke maatstaf je dan ook aanhoudt), maar is dat dan een overeenkomst waarbij je het paard koopt, totdat blijkt dat hij niet aan wensen voldoet, of een overeenkomst waarbij je hem pas koopt nadat dat al gebleken is. Voor een leek is dat onderscheid vaak moeilijk te maken. Het gaat om de vraag of je hem koopt en hem misschien terug mag geven of dat je hem nog niet koopt maar een soort sterk recht krijgt om hem te kopen als je van bepaalde eigenschappen hebt verzekerd. Dit onderscheid is vooral van belang als er iets mis gaat. Als het paard bijvoorbeeld koliek krijgt en dood gaat, wie draagt dan de schade. Is het paard ontbindend gekocht, dan is het paard van de koper en moet die alsnog afrekenen, hoewel hij zelf niets meer heeft, maar is het paard onder opschortende voorwaarde gekocht, dan is er nog geen koop tot stand gekomen en blijft het risico voor de verkoper. Het is voor alle omstandigheden goed om vast te leggen wie wanneer de kosten van schade draagt, ook voor gevallen dat niemand daarvan een verwijt te maken valt.
Wie verzekert het paard
In het verlengde hiervan speelt ook de vraag naar de verzekering van het paard een rol. Als de koper het paard al in eigendom heeft verkregen, dekt een eventuele verzekering van de verkoper de schade niet meer. Anderzijds dekt de verzekeraar van de koper de schade niet als niet duidelijk is hoe de eigendom is geregeld in de ‘overgangsperiode’.
Wat mag er met het paard en wat niet?
De koper wil het paard liefst zo uitgebreid mogelijk uitproberen, terwijl de verkoper het liefst heeft dat het paard twee weken in bubbeltjesplastic gewikkeld staat; die is immers de regie kwijt. Het is daarom goed om af te spreken wat wel en niet met het paard mag gedurende de proefperiode. Het gaat dan om dingen als vervoer, lessen, derden die het paard berijden, maar ook bijvoorbeeld (minimaal of maximaal) weidegang, buitenritten, deelname aan evenementen of bijvoorbeeld een crosstraining. Enerzijds moeten de risico’s voor de verkoper te overzien blijven, anderzijds moet de koper wel kunnen uitzoeken of het paard past bij wat hij graag zou willen. Maar je zal het paard maar met een peesblessure van het springen terug krijgen, terwijl je daar nog zo voor had gewaarschuwd, of het risico lopen dat het paard de ziekte van Lyme heeft opgelopen tijdens uitgebreide bosritten. De koper moet zich er in de proefperiode terdege rekenschap van geven dat hij misschien wel, misschien niet, de eigendom van een ander in handen heeft. Teneinde te voorkomen dat je hierover discussie krijgt, is het verstandig hierover afspraken te maken.
Wie neemt beslissingen over (alternatieve) behandelingen van het paard?
Als het paard ‘gaat zoals hij gaat’, hoeft er in die bepaalde periode niets te gebeuren. Staat een paard echter bijvoorbeeld op bijzonder beslag, of bezeert het zich, krijgt het koliek (al dan niet als gevolg van ander voer) of iets dergelijks, dan is het wel van belang dat er beslissingsmacht ligt. Dit geldt ook bijvoorbeeld voor de situatie waarin het paard koliek krijgt en een beslissing tussen een kostbare operatie of het euthanaseren van het paard moet worden genomen, of de beslissing waarbij een paard als gevolg van een incident een zeer heftige peesblessure oploopt.
Maar men kan het ook minder heftig bedenken. Wellicht geeft de verkoper het paard altijd een bepaald supplement, mag de koper daar dan in die periode mee stoppen. Of wil de koper weten of het paard er beter van wordt als de fysiotherapeut/osteopaat/magnetiseur of welke andere deskundige dan ook, naar het paard komt kijken. Enerzijds moet de koper de kans krijgen uit te vinden of het paard bij hem past, anderzijds is het paard nog niet (definitief) van hem en kan hij niet naar believen doen wat hij wil. Overleg en het maken van duidelijke afspraken is hierin noodzakelijk, ook als die afspraken luiden ‘als koper iets wil, overlegt hij en pas als verkoper akkoord is, gaat het door’ Het hoeft geen uitgewerkt beslismodel te zijn, maar het is voor iedereen belangrijk dat hij weet waar hij aan toe is.
Wie draagt het bewijs van eventuele problemen
Paarden zijn gewoontebeesten. Als ze van plek, voer, ruiter of levensritme veranderen, kan dat enorme gevolgen hebben. De ene eigenaar doet de dingen net weer anders dan de ander en de een accepteert dingen die de ander niet accepteert. Maar wat nu als het paard twee weken meegaat en aan het eind blijkt het paard een stalgebrek te hebben opgelopen, waarvan de koper zegt ‘dat had-ie al’, en de verkoper meent dat het bij de koper is ontstaan. Of het paard ontsnapt uit de wei met forse schade tot gevolg, waarvan de verkoper zegt ‘je omheining was ondeugdelijk’. Het is van belang om die reden vooraf duidelijk te maken wat de koper kan verwachten en welke gebreken, bijzonderheden en tekortkomingen het paard heeft en vervolgens af te spreken wat partijen met eventuele problemen doen. Want als koper ben je blij dat je niet dat luchtzuigende paard koopt, terwijl je als verkoper er niet op zit te wachten op een paard zonder gebrek mee te geven en twee weken later een luchtzuiger terug te krijgen.
Welke spullen gaan onder welke condities mee?
Het is van belang om af te spreken wat je als verkoper met het paard mee geeft en wat daarvan uiteindelijk onderdeel van de koop is. Misschien wil je het zadel wel mee op proef geven, maar niet mee verkopen. Maar wat dan als je het zadel na twee weken terug krijgt en er zitten allerlei beschadigingen in het leer, of met een gescheurde singelstoot. Of met een gebroken boom? Wie levert het bewijs van de staat van het zadel? Niet alleen harnachement kan mee, je kunt daarbij ook denken aan bijvoorbeeld de vaste set borstels (om bijvoorbeeld overdracht van huidziekten te voorkomen), of aan een mondvoorraad voer, of een bepaald type hooi. Moet daar dan voor worden betaald en zo ja, hoeveel etcetera.
Deze blog werd geschreven door onze huisadvocaat Floortje Maat.