Anatomie van het paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Het exterieur van het paard: | ||
I. Voorhand (hoofd, hals, voorbeen) | II. Middenhand (rug, borstkas, buik) | III. Achterhand (bekken, achterbeen) |
1. Maantop | 20. Schoft | 39. Flank |
2. Neusbeen | 21. Schouder | 40. Liesstreek/liesplooi |
3. Voorhoofd | 22. Boeg | 41. Rug |
4. Ogen | 23. Voorborst | 42. Lendenen |
5. Slapen | 24. Onderborst | 43. Kruis/croupe |
6. Neusrug | 25. Bovenarm | 44. Heupknobbel |
7. Neus | 26. Elleboog | 45. Staartwortel |
8. Neusvleugels/neusgaten | 27. Onderarm | 46. Staart |
9. Snuit | 28. Voorknie | 47. Zitbeensknobbel |
10. Mond/ Lippen | 29. Pijp | 48. Draaier/heupgewricht |
11. Kin | 30. Kogel/kootgewricht | 49. Dij/dijbeen |
12. Kingroeve | 31. Koot | 50. Broekspieren |
13. Kaakboog | 32. Kroonrand | 51. Kniegewricht en knieschijf |
14. Wang | 33. Hoef | 52. Schenkel |
15. Keelgang | 34. Vetlok | 53. Spronggewricht |
16. Nek | 35. Spoor | 54. Hak |
17. Manekam | 36. Zwilwrat | |
18. Manen | 37. Borstkas met ribben | |
19. Hals | 38. Buik |
Het skelet van het paard: | ||
1. Voorhoofdsbeen | 15. Schouderblad | 29. Ribben |
2. Neusbeen | 16. Boeggewicht/schoudergewricht | 30. Bekken |
3. Achterhoofdsbeen | 17. Opperarmbeen | 31. Heupknobbel |
4. Oogkas | 18. Ellebooggewricht | 32. Zitbeen |
5. Jukbeen | 19. Ellepijp met ellepijpshoofd | 33. Heupgewricht |
6. Bovenkaaksbeen | 20. Spaakbeen | 34. Dijbeen |
7. Onderkaaksbeen | 21. Voorkniegewricht | 35. Knieschijf |
8. Eerste halswervel/atlas | 22. Haakbeen | 36. Kniegewricht |
9. Zevende halswervel | 23. Pijpbeen met griffelbeentjes | 37. Scheenbeen/schenkelbeen |
10. Eerste borstwervel | 24. Kootgewricht | 38. Kuitbeen |
11. Borstwervels | 25. Sesambeentjes | 39. Spronggewricht |
12. Lendewervels | 26. Kootbeen | 40. Hielbeen/hak |
13. Kruisbeen/heiligbeen | 27. Kroonbeen | |
14. Staartwervels | 28. Hoefbeen |
Het bewegingsapparaat van het paard wordt ook wel locomotie genoemd. Onder locomotie bij het paard wordt het voortbewegen van het paard verstaan. Om dit te kunnen begrijpen is enige kennis nodig van zenuwstelsel, botten, gewrichten en spieren. Deze maken samen die beweging mogelijk.
De verschillende beenstanden bij paarden:
De beenstanden van het paard zijn van invloed op de ruimte, het gemak, de soepelheid en de correctheid waarmee de bewegingen worden uitgevoerd en daarmee dus ook op het uithoudingsvermogen en op de snelheid. Afwijkende beenstanden zijn nadelig voor de gangen en de belasting van de gewrichten. Zij kunnen ontstaan door verkeerd afslijten of gewoon in aanleg aanwezig zijn. In onderstaande afbeelding zijn de afwijkende beenstanden weergegeven.