De aard van het paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kuddedier
Paarden zijn van nature sociale dieren die in kleine hiërarchische groepen leven. Paarden leven meestal in familieverband, maar hebben geen vast territorium.
Vluchtdier
Het paard is niet alleen een kuddedier maar ook een vluchtdier. Wanneer er gevaar dreigt slaat het paard op de vlucht. Daarom zijn paarden erg gericht op de omgeving en alert op bedreigingen. Ze kunnen zich aanpassen aan uiteenlopende ecologische omstandigheden en passen hun (sociale) gedrag aan het beschikbare voedsel en klimaat aan.
Bewegingsdier
Paarden in het wild hebben een leefgebied van 0.9 tot 48 km². De nodige beweging krijgt het paard tijdens het grazen. Uit onderzoek is gebleken dat paarden tussen 11 – 12% van de tijd besteden aan beweging. Een paard in de natuur legt ongeveer vijf tot tien kilometer per dag af tijdens het grazen.
Gezelschapsdier
Het paard in de natuur heeft langdurige en consistente relaties, een heel sociaal netwerk. Daarom is het voor veulens ook noodzakelijk om fysiek en sociaal contact te hebben met soortgenoten. Een paard is een sociaal dier en leeft in de natuur in familiegroepen. Deze familiegroepen bestaan over het algemeen uit één dominante hengst, enkele merries en de nakomelingen onder de drie jaar.
Uit onderzoek naar het gedrag van paarden is gebleken dat ze erg sociale dieren zijn die vriendschappen aan gaan die wel jaren kunnen duren. Paarden uiten vriendschap door samen te spelen en elkaars vacht te verzorgen. In kuddes is er sprake van een duidelijke rangorde. De oudere merries staan altijd bovenaan en functioneren als echte leiders. De ruinen blijven tot hoge leeftijd met de jongere paarden spelen, waardoor zij leren hoe zij zich als paard moeten gedragen. Het onderzoek werd uitgevoerd in het belang van de vele paarden die de hele dag op stal staan. Het paard wordt dan beperkt in zijn essentiële gedragingen. Het welzijn van het paard verbetert als het vrije beweging en fysiek sociaal contact kan hebben met soortgenoten (vrienden).
Continue eter
Paarden eten van nature met name gras. Ze grazen de gehele dag maar vooral ’s ochtends en in de namiddag. Per dag besteedt een paard 12 – 16 uur aan grazen, de andere tijd wordt gevuld met bewegen, sociale activiteiten en rust.
Rustgedrag
Een paard rust ongeveer acht uur per etmaal, deze rustperiode duurt over het algemeen niet langer dan drie aaneengesloten uren. Wanneer paarden echt willen slapen doen zij dit liggend en meestal in de vroege ochtenduren, het liefst op een droge en beschutte plek. Maar een paard kan ook staand rusten.
Comfortgedrag
Naast rustgedrag vertoont een paard ook comfortgedrag. Dit uit hij door rollen, krabben en uitschudden. Wanneer een paard over een zanderige plek beschikt gaat hij vaak direct rollen. Het is niet duidelijk of rollen een functie heeft tegen parasieten of dat het gedaan wordt om de groepsgeur over te brengen.
Er zijn verschillende manieren waarop een paard zijn vacht verzorgt: onder andere door met zijn gebit in zijn vacht te ‘bijten’ of door ergens tegenaan te schuren. Ook zoeken paarden elkaar op wanneer ze jeuk hebben. Dan ‘krabben’ paarden elkaar met hun tanden.
Lees hier meer over de zintuigen van het paard.
Zie ook:
– Het Proefschrift “The importance of social relationships in horses’ van Machteld Claude van Dierendonck.
Mogelijke dierenwelzijnproblemen in de paardenhouderij, advies Raad voor Dierenaangelegenheden