Motoriek
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Het paard is van nature een bewegingsdier, het vermogen tot bewegen is de motoriek; dit kan het menselijk lichaam of dat van een dier betreffen. Voor de mens wordt er een onderscheid gemaakt tussen de:
De nodige motorische vaardigheden voor het paard, zijn de volgende trainbare vaardigheden:
Om de motoriek te kunnen ontwikkelen is beweging noodzakelijk. Van nature gebeurt dit vanzelf. In de paardenhouderij ligt het anders, omdat paarden dan niet op een geheel natuurlijke wijze worden gehouden.
Motorische ontwikkelingsfasen
Net als de mens kent het paard ook verschillende fasen in zijn leven waarin het motorisch ontwikkeld. De motorische ontwikkeling is in het belang voor de latere prestaties van het paard. Zonder beweging wordt de motoriek van het paard niet ontwikkeld. Beweging is dus noodzakelijk. Daarnaast werkt een zo natuurlijk mogelijk, gevarieerd landschap en sociaal contact met soortgenoten bevorderend. Vanwege de verschillen binnen de paardenhouderij wordt er per bedrijfstak de kenmerken van de motorische ontwikkeling besproken.
Jonge paarden in de opfok
In deze fase wordt op een natuurlijke wijze de grove motoriek ontwikkeld. Noodzakelijk voor de jonge paarden is dat zij voldoende beweging krijgen samen met soortgenoten. Uit het JUMPEX onderzoek is gebleken dat extra training van paarden in deze leeftijdsgroep alleen effect heeft op de korte termijn en geen voordelig effect op de lange termijn.
Deze tijd en moeite kan beter bespaard worden en de veulens laten opgroeien in de weide. Wel bleek uit het onderzoek dat de jonge paarden die trainingen hadden gehad minder bang waren en meer vertrouwen kregen dan de veulens die alleen in de weide gelopen hadden. Het trainen van jonge paarden heeft een positief effect op de relatie en communicatie tussen mens en paard.
Opleidings- en trainingsfase
Op deze leeftijd wordt de conditie van het paard opgebouwd en kan er doelgericht getraind worden met het paard. In deze fase wordt de fijne motoriek van het paard getraind. Verder moeten de paardenbenen en pezen voldoende sterk zijn voor lichte arbeid. Sociaal gezien is het paard vaardig genoeg om in een kudde te lopen en in handen te komen van mensen om aan de training te kunnen beginnen.
Deze is in deze fase afhankelijk van de vooruitgang van het paard zelf. Het ene paard is eerder klaar voor training dan het andere. De training van het paard zal stap voor stap steeds verder opgebouwd worden. Deze bestaat bijvoorbeeld uit het verder ontwikkelen van de spieren van het paard, zadelmak maken en stem- en beenhulpen aanleren. Dit alles met het doel ‘boven het paard’ te blijven (accepteren van een ruiter) en een gehoorzaam en ontspannen paard. Dit is ook het doel bij de Duitse klassieke rijkunst.
Sport (en recreatie), vanaf 7 jarige paarden
In deze fase moet het paard motorisch goed ontwikkeld zijn en moeten pezen en banden sterk genoeg zijn om te kunnen presteren in de (top)sport. Vanaf 7 jarige leeftijd mag een paard starten bij de Young Riders – Individuele proef en Kür op muziek en 1.50m en hoger springen. Een paard dat aan de Olympische spelen meedoet moet minsten 9 jaar oud zijn.