Criollo
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Soort
Warmbloed
Een buitengewoon sterk en stevig paard, de roots van dit ras liggen in Argentinië, maar in heel Zuid-Amerika zijn varianten te vinden.
Exterieur
De Criollo word ook wel de Anglo-Argentino genoemd, en is vooral beroemd als rijdier van de Gaucho. De Criollo heeft een enorm uithoudingsvermogen.
De Criollo is een compact, stoer gebouwd paard. Hij heeft een kort en breed hoofd, dat uitloopt in een fijne smalle snuit, piramidevormig met een rechte profiellijn, met wijd uiteenstaande expressieve ogen en korte puntoortjes. Hij heeft een gespierde hals op een schuine, sterke schouder met een brede borst. De rug ik kort, rond geribd, en een sterke achterhand. Het kruis is rond en gespierd. Hij heeft korte benen, met uitstekend beenwerk, korte koten, smalle harde voeten.
Schofthoogte
De schofthoogte ligt tussen de 1,42m en 1,52m.
Karakter
De Criollo is een van de hardste en meest onverwoestbare paardenrassen ter wereld, hetgeen hij ook zeker aan zijn Spaanse afkomst te danken heeft. Hij is in staat om te overleven op schaars voedsel in extreem klimatologische omstandigheden, hij heeft een geweldig uithoudingsvermogen en kan zeer oud worden. Hij is taai, moedig en gewillig.
Criollo Criollo
Geschiedenis
Herkomst: Argentinië.
Zuid-Amerika produceert een van de hardste paarden ter wereld, de kleine Criollo, rijpaard van de Gaucho’s op de grote veeranches in het centrale deel van het continent. Het komt met kleine variaties in type en stokmaat, in heel Zuid-Amerika voor als de Criollo en Anglo-Argentino van Argentinië en Uruguay; de Crioulo van Brazilië; de Costeno en de Morochuco van Peru; de Caballo Chileno van Chili; en de Llanero van Venezuela.
Ofschoon een aantal van de hiervoor genoemde paarden wel verschilt van de oorspronkelijke Criollo, is het zo dat ze allemaal van dezelfde Spaanse paarden afstammen, die van de Conquistadores, die ze in de 16 eeuw hadden mee genomen.
Verfijning van het ras zijn een gevolg van het klimaat, van de temperatuur en de kwaliteit van de weilanden, of ze in de heuvels of in de laagvlakte zijn gefokt, en van particuliere selectieve fokkerij, geënt op de plaatselijke smaak. Het oorspronkelijke bloed is Andalusisch, Berber en Arabisch; de kleine maat en de snelheid is te danken aan 300 jaar rigoureuze natuurlijke selectie, gedurende welke tijd de kudde Criollo’s wild over de vlakten trokken.
Met name in Argentinië is men erg trots op het uithoudingsvermogen van dit paard en organiseert men verrichtingsproeven om hun uithoudingsvermogen en weerstand te testen, wat dan weer invloed heeft op de keuze bij de fokkerij. Jaarlijks organiseren de fokkers een 15 dagen durende rit waarbij het paard een afstand van ruim 700 kilometer moet afleggen, een gewicht van 110 kg dragend, met niets anders te eten of te drinken dan wat men onderweg tegen komt.
Criollo Criollo
Kleur
De kleur van de Criollo is bij voorkeur vaal, stekelhaar met aalstreep, schouderstreep en zebrastrepen op de benen. Andere kleuren zijn grullo, pallomino, lever, vos, licht- en donkerbruin, schimmel, zwart, maar ook mengkleuren.
En ook!
Zonder de Criollo zou de Gaucho nergens zijn: deze ruiter zit altijd in het zadel, weer of geen weer. Zijn “Recado” een soort zadel, gebruikt hij zowel om te rijden als om op te slapen. Er wordt wel gezegd dat, wanneer men een gaucho zijn paard afneemt, men hem zijn benen afneemt.