Ijslander
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Oorsprong
Het IJslandse paard vindt zijn oorsprong in IJsland waar het zonder bekende invloeden van vreemd genetisch materiaal is gefokt sinds het eiland rond 900 werd gekoloniseerd. Het lijkt het nauwst verwant aan de inheemse paardenrassen van Scandinavië en paardenrassen op de Britse Eilanden. Het IJslandse paard is zuiver gefokt als alle voorouders terug te voeren zijn op IJsland.
Formaat
De hoogte van het IJslandse paard varieert van 125 tot 145 cm, gemeten met een stok op het hoogste punt van de schoft. Het gemiddelde voor merries bedraagt 136 cm en voor hengsten 138 cm. Het volledig volgroeide IJslandse paard weegt tussen 300 en 400 kg.
Kleuren
De meeste bij paarden bekende kleuren en aftekeningen komen voor. De meest dominante kleuren zijn vos, zwart en bruin, maar schimmel en bont worden ook veel gezien. Er bestaan meer dan 100 kleurvariëteiten in het IJslandse paardenras.
Exterieur
Het exterieur kan erg verschillend zijn, maar een typisch IJslands paard is rechthoekig en compact van vorm. Kenmerkend voor het ras is een afhangend kruis, lange, volle manen en staart en een dikke, beschermende wintervacht.
Functie
Het IJslandse paard is een rijpaard. Het paard is uniek wat zijn gangen betreft en vrijwel alle IJslandse paarden bieden naast stap, draf en galop de tölt aan. Veel paarden bezitten als extra gang de zeer snelle (ren)telgang. Als rijpaard is het uitzonderlijk veelzijdig – een goed, braaf recreatiepaard en sportpaard voor volwassen en kinderen. Het paard is sterk, onafhankelijk, maar sociaal en gemakkelijk in de omgang, zelfverzekerd en heeft een groot uithoudingsvermogen.
Levensduur
Het paard wordt laat rijp en is over het algemeen pas op zes- of zevenjarige leeftijd volgroeid. Het is tot op hoge leeftijd inzetbaar (25–30 jaar is niet ongebruikelijk).
Gezondheid
De gemiddelde gezondheid van het IJslandse paard is uitstekend. De vruchtbaarheid is groot en beide geslachten kunnen zich tot op een leeftijd van 25 tot 27 jaar voortplanten.
Algemene fokdoelen
Gezondheid, vruchtbaarheid, levensduur
Het officiële fokdoel is een gezond, vruchtbaar en duurzaam paard te fokken – een robuust IJslands paard.
Kleuren
Het officiële fokdoel is alle mogelijke variëteiten van vachtkleuren binnen het ras in stand te houden.
Formaat
Het officiële fokdoel geeft ruimte aan een grote variatie in stokmaat. Bij voorkeur ligt de hoogte tussen 135 en 145 cm, gemeten met een stok.
Specifieke fokdoelen
Exterieur algemeen
Het algemene doel is lichtgebouwde IJslandse paarden te fokken met de nadruk op kracht, souplesse en een gespierd lichaam. De bouw moet het paard in staat stellen tot uitzonderlijk goede gangen, een goede hoofdhouding en ook voldoen aan andere aspecten die doorgaans als esthetisch worden beschouwd.
Exterieur in detail
Hoofd
Een zeer mooi, fijn hoofd. Fijne, droge oren, goed geplaatst en niet te wijd uit elkaar. Een groot, open en alert oog met een goede botstructuur eromheen. Fijne huid en haren. Lichte kaken met een flinke ruimte ertussen. Het profiel van de neus recht en de neusgaten wijd. Een trots hoofd.
Hals, schoft en schouders
Een lange, hoog aangezette, zeer slanke, goed in het nekgewricht buigende hals, met een goed gemarkeerde halsaanzet, een hoge, duidelijke en goedgevormde schoft en lange, schuine schouders.
Rug en achterhand
Een uitstekende rug/bovenlijn. De rug is soepel en buigzaam, van gemiddelde lengte, breed en goed bespierd. Langs de ruggengraat is de rug helemaal tot aan de achterhand soepel. De achterhand is goed gevormd, lang, voldoende afhangend, gelijk bespierd aan beide zijden en slechts weinig toelopend naar de staart. De dijbenen zijn lang en goed bespierd. De staart is zeer goed aangezet.
Verhoudingen
Het paard moet indruk maken. De benen moeten lang zijn en het lichaam licht en cilindrisch van vorm met een voor-, midden- en achterhand die ongeveer gelijk zijn. Het hoogste punt van de schoft moet hoger zijn dan het hoogste punt van het kruis.
Benen (kwaliteit)
Stevige, zeer sterke pezen en een duidelijke scheiding tussen de pezen en het bot, stevige gewrichten en flexibele, sterke koten. Zeer goed als ze van opzij worden bekeken.
Benen (gebruik van de gewrichten)
Uiterst correct: de voorbenen geheel recht met voldoende ruimte ertussen en tot de achterbenen. De achterbenen mogen iets naar buiten staan.
Hoeven
Zeer diepe hoeven met holle zolen, goed gevormd, rond en met mooie, sterke wanden en zolen, eenkleurig en bij voorkeur donker. Grote straal en sterke verzenen.
Manen en staart
Uiterst lange en dikke manen en staart met een grote voorpluk.
Rijkwaliteiten algemeen
Het algemene doel is een veelzijdig, tredzeker en betrouwbaar paard te fokken, met goede, gescheiden gangen en een uitstekend temperament. Een paard dat mooi is als het wordt gereden – een echte IJslandse ‘gæðingur’.
Rijkwaliteiten/gangen in detail
Tölt
Een gelijkmatig viertaktritme met lange passen van voor- en achterbenen, veel oprichting en actie van de voorbenen, uiterst buigzame en soepele bewegingen, uitstekende snelheid.
Langzaam tempo tölt
Gelijkmatige viertakttölt met lange passen van voor- en achterbenen, elegante actie en bewegingen van de voorbenen, uiterst buigzame en soepele bewegingen.
Stap
Het paard is indrukwekkend en stapt enthousiast voorwaarts met een gelijkmatige takt en een soepel lichaam. Het hoofd wordt op gemiddelde hoogte gedragen en het paard beweegt met lange, energieke passen, waarbij het goed recht gaat.
Draf
Zekere tweetaktdraf, hoge en soepele bewegingen, lange passen en een zweefmoment. Uitstekende snelheid.
Telgang
Zekere, indrukwekkende telgang, goede laterale gang in tweetakt met een goed zweefmoment en een uitstekende snelheid.
Galop
Goede takt. Een mooie galop: het paard is goed verzameld, en strekt zich in mooi ronde, krachtige bewegingen met een goede sprong. Uitstekende snelheid.
Handgalop
Moeiteloze, maar indrukwekkende, soepele drietaktgalop met een goede sprong. Het paard is goed verzameld.
Temperament/karakter
Het paard moet altijd gewillig, moedig, blij, vrolijk en zelfverzekerd zijn en het beste van zichzelf geven zonder veel inspanning van de ruiter.
Het paard probeert de ruiter een plezier te doen, is sensibel, gemakkelijk te rijden en gemakkelijk in de omgang.
Algehele indruk (beeld onder de ruiter)
Het paard is indrukwekkend en elegant om te zien, met energieke, mooie bewegingen en heeft veel uitstraling: het paard draagt zichzelf goed, is gebogen in de nek, aan het bit en verzameld. De beenbewegingen zijn licht, hoog en soepel, met goede coördinatie en energie. De voorbenen worden hoog opgetild en het paard gaat voorwaarts in een fraaie stijl, met hoog opgeheven staart.