Het koetsiersbewijs
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Het Koetsiersbewijs voor koetsiers is vergelijkbaar met het rijbewijs voor automobilisten. Door het behalen van het Koetsiersbewijs draag je bij aan een veilige beoefening van de paardensport en de versterking van de positie van de recreatieve paardensport in Nederland.
Het Koetsiersbewijs houdt in dat je als koetsier:
• de kennis en vaardigheid hebt om met een aanspanning veilig in het terrein en op de openbare weg te rijden;
• verantwoord kan omgaan met de aanspanning;
• zich als gast in het terrein weet te gedragen;
• weet dat aan andere weggebruikers geen last of schade mag worden toegebracht.
Het Koetsiersbewijsexamen bestaat uit twee onderdelen. Een theorie-examen bestaande uit 35 meerkeuzevragen, waarvan 28 goed moeten worden beantwoord om te slagen. Het instructieboek dat iedere kandidaat krijgt bevat alle examenstof.
Daarnaast is er het praktijkexamen, waar naast beoordeling van paard/pony en rijtuig (conditie, onderhoud e.d.) gekeken wordt of de kandidaat correct optuigt, aan- en uitspant, tijdens het rijden controle heeft over het paard/pony en correct wendingen rijdt. Verder wordt gekeken naar de vaardigheid van het mensysteem en wordt de kandidaat uiteraard beoordeeld of hij zich correct in het verkeer gedraagt (plaats op de weg, achteromkijken, richting aangeven).
Vanaf 1 januari 2007 is het dragen van een veiligheidshelm en het rijden volgens het Achenbachsysteem tijdens het examen verplicht.
Bron: Stichting Rijvaardigheidsbewijzen Recreatieruiter: kijk op www.ruiterbewijs.nlvoor meer informatie over het ruiter- of koetsiersbewijs.