Polo
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Polo is een teamsport, de basis is vergelijkbaar met ijshockey. Een groot verschil is dat het te paard wordt gespeeld en niet op schaatsen. De naam polo komt van het Chinese ‘pholo’ dat ‘bal’ of ‘balspel’ betekent. Twee teams van vier combinaties strijden tegen elkaar met het doel te winnen.
Uitrusting
Alle spelers dragen een helm met keelbandje en bij voorkeur een gezichtsbeschermer. De knieën worden voorzien van leren kniebeschermers. De pony’s dragen beenbeschermers om alle vier de benen. De staart wordt opgebonden en getapet.
De bal is gemaakt van licht hout, normaal gesproken van de Wilg, zonder omhulsel, alleen wit geverfd. Hij heeft een diameter van 8,25 cm en weegt 150 gram. De polostick is gemaakt van bamboe of kunsthars en het slaggedeelte van de stick is gemaakt van wilgen- of esdoornhout.
De lengte van de polostick ligt tussen de 1,25 m en 1,35m en wordt bepaald door de hoogte van de pony waarop gereden wordt tijdens het spelen. De bal wordt geslagen met de zijkant van het slaggedeelte en niet met het uiteinde.
Het team
Het poloteam bestaat uit vier spelers. Spelers nummer één en twee zijn hoofdzakelijk aanvallende spelers en schieten dus op het doel. De derde is een ‘dwalende’ speler en is vaak de beste van het team. Het is zijn verantwoordelijkheid om de bal door te spelen, aan te vallen en op tijd terug te gaan om de verdediging bij te staan. Speler nummer vier is de verdediger. Hoewel hij ook mag aanvallen is verdedigen zijn primaire verantwoordelijkheid.
De polopony
De polopony verdient veel bewondering. De pony wordt geselecteerd op zijn vermogen een bepaald gewicht te dragen, op zijn hoge snelheid en op zijn uithoudingsvermogen. Veelal worden hiervoor volbloeden of driekwart volbloeden gebruikt. De pony wordt getraind om alert en gehoorzaam te zijn en elk commando de ruiter op te volgen. De pony wordt zo bekend met de tactiek en de manoeuvres van de ruiter dat het vaak zelf anticipeert op zijn wensen. De actie van pony en ruiter moeten gelijk en ogenblikkelijk worden uitgevoerd om effectief te zijn. De pony wordt zelf een ‘speler’ van het spel.
Chukker
De chukkers zijn periodes. Een polowedstrijd bestaat uit vier chukkers van elk zeven minuten plus maximaal 30 seconden extra tijd. Wanneer in deze extra seconden de bal buiten het veld raakt of de scheidsrechter fluit is de chukker over. Voor elke chukker wordt een andere pony gebruikt. Voor één polowedstrijd zijn dus vier pony’s nodig per speler. Hoewel een pony ook tweemaal gebruikt mag worden na een rustperiode van één of twee chukkers.
Start
De vier spelers van elk team stellen zich op in het midden van het veld met hun gezicht naar de zijschotten. De scheidsrechter rijdt naar ze toe en gooit de bal tussen beide teams en het spel begint. Het spelt begint op dezelfde wijze opnieuw na elke score en als de teams wisselen van doel.
Handicap
Elke speler wordt ingedeeld op een schaal van min twee tot tien door een regionale en nationale handicapcommissie. Naarmate iemand meer ervaring heeft, neemt ook zijn handicap toe. Het verschil in handicap tussen twee teams bepaalt dan of een van de twee een voorsprong krijgt van een aantal doelpunten. De handicap van een speler is gebaseerd op zijn nettowaarde voor zijn team op factoren als rijkunst, teamspel, slagvaardigheden, anticipatie op en het begrijpen van het spel en de regels in het algemeen.
Het spel
De spelers proberen de bal richting het doel en tussen de doelpalen door te schieten door de bal te slaan met de zijkant van het slaggedeelte van de stick.
Het polo veld
Het speelveld kan opgezet worden met of zonder omheining. Een omheind veld (met zijschotten) is 146 meter breed en 274 meter lang. Een niet omheind speelveld heeft een afmeting van 183 bij 274 meter. De doelen worden op de eindlijn geplaatst op het midden van de zijlijnen. De palen zijn op een afstand van 7,5 m geplaatst, zijn 3 m hoog en gemaakt van lichte materialen zodat ze breken in geval van een botsing.
Overtredingen en straffen
Polo kent – net als iedere andere sport – zijn wedstrijdreglement om zaken in goede banen te leiden. Een voorbeeld hiervan: er loopt een denkbeeldige lijn vanaf de bal in de richting van de eerste aanvaller. Een tweede aanvaller of verdediger mag alleen vanaf dezelfde kant als de eerste aanvaller de bal benaderen, zodat ze gelijke kansen hebben bij het slaan van de bal. Zij moeten allebei aan de eigen kant van de lijn blijven. Alleen als hij duidelijk geen gevaar loopt mag een speler de lijn overschrijden. Kom er een speler vanaf de andere kant aangegaloppeerd dan is hij direct al in overtreding.
Er zijn twee scheidsrechters die te paard de wedstrijd volgen. Wanneer er een overtreding wordt gepleegd wordt er door de scheidsrechter een penalty toegewezen aan het andere team. De belangrijkste regels bij polo gaan over de veiligheid van mens en paard. De hoofdregels hebben betrekking op het elkaar kruisen en op het op elkaar af rijden.
Doelpunt
Elke keer wanneer de bal tussen de doelpalen door gaat, wordt het als doelpunt gerekend. Of het door de stick of door het paard gebeurt, maakt niet uit. Om gelijke omstandigheden te hebben (conditie van het gras, windrichting en dergelijke) wisselen de teams van speelrichting na elk doelpunt dat er gemaakt wordt.
Ingooien
Een ‘chukker’ begint en wordt hervat wanneer de scheidsrechter de bal tussen de twee teams rolt. Ook wanneer de bal over de zijlijn of zijschotten gaat, wordt de bal als ‘uit’ beschouwd en rolt de scheidsrechter de bal tussen de teams in vanaf dat punt. Er is geen time out toegestaan voor een bal die ‘uit’ is.