Een goed passend zadel is essentieel. Een zadel dat niet goed op de rug van het paard ligt kan diverse problemen veroorzaken.

Symmetrie
Het zadel dient symmetrisch te zijn, dit betekend dat de kussens gelijk zijn en het zadel in balans op je paard ligt. Ligt het zadel scheef, bekijk het zadel dan goed en controleer het op symmetrie. Zichtbare verschillen veroorzaken drukpunten op de rug. Het kan ook zijn dat je paard zelf scheef is, dit kun je controleren door je paard op een afstandje van de achterzijde te bekijken.

Een andere manier om erachter te komen of je zadel in balans op je paard ligt is door je hand tussen het zadel en het paardenlichaam van voor naar achteren door te halen. De druk dient overal gelijk te zijn.

Plaats van het zadel
Het schouderblad van het paard hoort vrij te kunnen bewegen. Als het zadel op de schouder ligt kan de schouder niet vrij bewegen wat de bewegingsvrijheid belemmert. Immers wanneer het paard zijn voorbeen naar voren brengt, beweegt de bovenkant van de schouder naar achteren. Voel daarom waar het schouderblad ligt en ga vanaf dit punt twee vingers naar achter. Op die plek hoort het zadel te liggen.

Boombreedte
De hoek van de boom hoort gelijk te zijn aan de hoek van de schoft van je paard. Dit kun je meten met behulp van twee zweepjes. Leg het zadel op de juiste plaats en leg een zweepje langs het schouderblad van je paard.en doe dit met een ander zweepje langs de boompunt van de zadel.

Vrijheid wervelkolom
De ruggenwervel moet over de hele lengte van het zadel voldoende vrijheid hebben zodat de wervelkolom bij buiging vrij blijft van druk. Wanneer je achter jouw paard staat dien je tussen de kussens, onder het zadel door naar voren te kunnen kijken. Alleen als dat het geval is heeft de ruggenwervel genoeg ruimte. Bekijk dit ook vanaf de voorkant van het paard.
De wijdte tussen de kussens hoort twee tot drie centimeter te zijn. Wanneer deze ruimte te krap is hindert dit het paard in zijn zijwaartse buiging. Het paard kan dit aangeven tijdens het rijden door in de hoeken het hoofd omhoog te brengen. Je kunt dit ook controleren door je paard te zadelen en een korte wending laten maken. Sta recht achter je paard en kijk of het zadel in deze wending niet over de wervelkolom schuift.

Vrijheid schoft
Er dient voldoende vrijheid (minstens drie vingers) te zijn tussen de schoft (wervels) en de kamer. Dit kun je controleren door in de stijgbeugels te gaan staan en te voelen of er dan nog steeds drie vingers tussen passen. Als dit niet het geval is past het zadel niet op het paard. Voel ook wat verder naar achteren of daar ook nog voldoende ruimte is tussen het zadel en de ruggenwervels.

Lengte van het zadel (inch maat)
Controleer of je zadel niet te ver achterop de rug van het paard ligt door de laatste rib van het paard op te zoeken. Voel deze laatste rib en volg deze omhoog naar de rug van het paard. Voorbij dat punt hoort geen zadel meer te liggen omdat het zadel wordt gedragen door de ribben. Ligt het zadel wel achter het betreffende punt dan zal dat rugproblemen veroorzaken.

Evenredige drukverdeling
Het gewicht van de kussens hoort evenredig verdeeld te zijn over de paardenrug. Ook wanneer er een ruiter in het zadel zit. Om dit te controleren kun je talkpoeder gebruiken. Bestrooi de plaats op de paardenrug waar het zadel ligt met talkpoeder, leg het zadel erop en rijd enkele minuten. Haal dan voorzichtig het zadel eraf en kijk of op bepaalde plekken het talkpoeder is verdwenen Dit duidt een drukplek aan. Zijn er plekken waar de talkpoeder nog net zo ligt als toen het erop gestrooid werd dan draagt het zadel op die plek niet.

Controleer de kussens van het zadel op harde plekken en / of harde vullingen. Wanneer een zadel veel wordt gebruikt heeft dat gevolgen voor de vulling. Een nieuw zadel dient na ongeveer 6 weken gecontroleerd te worden of het nog steeds goed ligt. De kussens van een zadel horen glad aan te voelen, zonder bobbels, putten of harde stukken. Bij een zadel dat meerdere keren is opgevuld is het beter om de gehele vulling te vervangen.

Pasvorm ruiter
De zit van het zadel hoort ook passend te zijn voor de ruiter. Wanneer dit niet het geval is veroorzaakt dat overmatige druk op de achterzijde van de rug van het paard.

De stijgbeugelbevestiging hoort op de juiste plaats bevestigd te zijn aangezien een verkeerde plaats onbalans bij de ruiter veroorzaakt. Hij dient over de boom bevestigd te zijn en in de juiste positie ten opzichte van de zit van de ruiter. In de juiste situatie kun je vanaf de knie een verticale lijn naar de teen maken.