Loopstal
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Een loopstal is een vorm van groepshuisvesting. Er zijn twee soorten: de gesloten en de open loopstal. Bij een open loopstal hebben paarden een uitloop naar een paddock of weide. Deze stal dient als schuilstal en voor het voeren. Loopstallen zijn voornamelijk geschikt voor jonge paarden in de opfok en pony’s.
Oppervlakte per paard
Een loopstal dient voldoende vluchtmogelijkheden te bieden voor het paard. Dit om te voorkoming dat dieren met een lagere plek in de groepsrangorde zodanig worden benadeeld dat zij bijvoorbeeld niet voldoende kunnen foerageren en rusten. Aanpassingen als het ophangen van een afscheidingsbalk en het creëren van minimaal twee doorgangen in geval van een loopstal met meerdere ruimten, kunnen hierbij uitkomst bieden. De nodige oppervlak per paard is afhankelijk van het ras en de leeftijd. Voor pony’s geldt een minimumoppervlak van 5 – 12 m². Voor jonge paarden zijn de normen weergegeven in onderstaande tabel.
Tabel: nodige oppervlaktes voor jonge paarden
Leeftijd dieren | Lengte voerbak per dier (mm) | Oppervlakte per dier (m²) | |||
In open loopstal | In gesloten loopstal | ||||
Tot 5 | Voor elke volgende | Tot 5 | Voor elk volgende | ||
tot 6 maanden | 600 | 4 | 3,5 | 8 | 7 |
tot 1 jaar | 700 | 6 | 5 | 12 | 10 |
tot 2 jaar | 800 | 7 | 6 | 14 | 12 |
tot 3 jaar | 800 | 8 | 7 | 16 | 14 |
Ventilatie loopstal
Een loopstal met een volledig open zijgevel hoeft geen open nok te hebben. In verband met de richting van wind en regen moet een open zijgevel bij voorkeur aan de oost tot zuidoost zijde liggen. Dat houdt in dat de nokrichting van de stal noord – zuid ligt.
Tussenwanden
Bij het gebruik van een loopstal wordt de mest vaak opgepot, waardoor de ´bodem´ van de loopstal steeds hoger wordt. Daarom moet de tussenwand minimaal 2,50 m hoog zijn. Voor kleine ponyrassen mag een lagere tussenwand worden aangehouden.
De onderste wanden van een loopstal die uit meerdere afdeling bestaat zijn meestal dicht. De bovenste meter bij een dichte tussenwand mag ook uit traliewerk bestaan. Bij het materiaalgebruik voor een tussenwand geniet een (prefab) betonwand de voorkeur. Wanneer er regelmatig uitgemest wordt is een wand van hardhout in een thermisch verzinkt stalen frame ook mogelijk.
Voorwand
De voorwand van een loopstal kan ook als voerhek worden gebruikt. Aan de onderzijde dient de voorwand 400 – 500 mm dicht te zijn. In de laatste 500 mm van het voerhek tegen een tussenwand geen eetplaats creëren. Per dier is, afhankelijk van leeftijd en ras, een breedte van 600 – 800 mm nodig. De voorwand moet breed genoeg zijn zodat alle paarden er tegelijk kunnen eten. Afhankelijk van de leeftijd is er voor een jong paard een breedte van circa 1 m nodig. Om ongelukken te voorkomen moeten de openingen van het voerhek om en om dicht gemaakt worden zodat de paarden niet hun hoofd door de naastgelegen opening terug kunnen steken. Voor toegang tot de loopstal kan er in de voorwand een deur worden gemaakt.
Vloer
De vloer van een loopstal wordt bijna altijd gemaakt van beton. Het wordt aanbevolen elke loopstal te voorzien van minstens één putje in verband met het reinigen van de vloer na het mesten. Als strooisel op de vloer kan het beste stro worden gebruikt.
Watervoorziening
Per loopstal moet minimaal één automatische drinkbak aanwezig zijn per 5 paarden. Deze moet op een vorstvrije plek en op een minimale afstand van 1 m van de voerbakken worden bevestigd.
Aanbevolen wordt minimaal twee automatische drinkbakken te plaatsen per loopstal. Een thermodrinkbak is ook een goede watervoorziening voor een loopstal. Dit is een zwaar geïsoleerde kunststof drinkbak die afgesloten wordt met een grote bal. Om te kunnen drinken moet het paard de bal naar beneden drukken.
Voersystemen
Er zijn verschillende voersystemen. Het doel van een voersysteem is dat elk paard voldoende voer krijgt en de kans op voernijd en verwondingen zo gering mogelijk is. Het ruwvoer wordt meestal vanaf de grond verstrekt. Er zijn ook loopstallen waar individuele (ruw)voer verstrekking mogelijk is door middel van een zender. Ruwvoer kan ook worden verstrekt door bijvoorbeeld een bak in de stal of een ruif. Het krachtvoer kan worden verstrekt uit bakjes aan het voerhek of in voederstands waarbij de paarden gescheiden van elkaar kunnen eten. Een krachtvoerstation behoort ook tot de mogelijkheden. Bij een krachtvoerstation kunnen de paarden zelf bepalen wanneer ze gaan eten. Het paard krijgt daarvoor een halsband met een zendertje om, dat een signaal afgeeft aan een computer als het paard zich meldt bij het station.
De computer berekent daarop de hoeveelheid voer dat het paard nog tegoed heeft en stuurt de krachtvoerautomaat aan. Deze automaat werpt het voer in de voerbak, meestal in kleine porties. Het station kan het beste in een stand met dichte zijwanden en een automatisch sluitende achterzijde worden geplaatst.Hierdoor kunnen ook de paarden die lager in rang staan op een rustige wijze eten.
Er zijn verschillende manieren om paarden te voeren in een loopstal. Dit kan door voerbakken te bevestigen aan de voorwand van de stal. Het ruwvoer kan het best laag bij de vloer worden verstrekt omdat het paard dan in een natuurlijke houding kan eten. Maar er kan ook gebruik worden gemaakt van mechanische voersystemen. Bij deze vorm van voeren zijn er ruw- en krachtvoerstations aanwezig in de loopstal.