Weide
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Paarden zijn van nature uitstekend uitgerust om gedurende het gehele jaar buiten te zijn. Hun vacht past zich aan de verschillende jaargetijden aan en houdt hun lichaam onder bijna alle omstandigheden warm en droog. Regelmatige weidegang het hele jaar door is erg belangrijk voor paarden. Het paard heeft hier van nature grote behoefte aan. Weidegang komt de oorspronkelijke leefwijze van paarden tegemoet. Het samen weiden bevordert de sociale ontwikkeling en bevorderd de motorische ontwikkeling van het paard.
Een bijzonder belangrijk aspect hiervan is het hebben van sociaal, lichamelijk contact met andere paarden. Paarden zijn kuddedieren en in een wei met andere paarden kunnen ze hun natuurlijk gedrag vertonen waardoor hun welzijn vergroot wordt. Grasland kan worden gebruikt voor beweiding en voederwinning. Tevens kan de grond gebruikt worden als uitloop. Er wordt meestal gekozen voor blijvend of langdurig grasland.
Afmetingen
Per paard is 0,5 – 1 hectare weiland nodig indien ook het ruwvoer voor de winter meegerekend wordt, anders biedt 1 hectare weiland ruimte aan circa vier paarden. Voor de opfok van jonge paarden is een oppervlakte van minimaal 2 hectare per perceel gewenst, hoe groter hoe beter.
Onderhoud
De grasmat van de weide moet ook onderhouden worden. Dat kan gebeuren door het weiland helemaal opnieuw in te zaaien of de bestaande weide door te zaaien. Het beste moment om in te zaaien of door te zaaien is het najaar of eventueel het vroege voorjaar. De zomermaanden zijn minder geschikt. Voor het behoud van een goede weide is het aan te bevelen om de weide niet alleen te laten begrazen door paarden.
Het beste is om het weiden af te wisselen met maaien (voederwinning) of het laten begrazen door of met schapen, geiten of koeien. In weiden die extensief beweid worden is het niet noodzakelijk de paardenmest te verwijderen. De wormbesmetting is niet zo hoog en in een natuurlijke wei zullen mestkevers de mest opeten en verteren zodat de voedingsstoffen beschikbaar komen voor het grasland. In kleinere intensief begraasde weiden is het echter wel noodzakelijk de mest eenmaal per dag te verwijderen. Door in combinatie met geiten of schapen te grazen wordt de weide gelijkmatig begraasd. Voordat de wei bemest wordt is het raadzaam om een bodemonderzoek te laten uitvoeren. Hier wordt vastgesteld wat voor grond het is en hoeveel stikstof, fosfaat en kali in de bodem zit. Vaak is de grond te zuur en voor het gras in een paardenwei is het van belang dat er voldoende kalk aanwezig is. Gras heeft kalk nodig.
Schuilstal
Het is gewenst om het paard in de weide de mogelijkheid te bieden zich te beschermen tegen extreme weersomstandigheden. In principe volstaat een eenvoudige schuilhok als bescherming. Het doel is verlagen van de windsnelheid en voorkomen dat neerslag, vooral regen, bijvoorbeeld regenschurft veroorzaakt. Een schuilstal moet dus met name in de winter bescherming bieden tegen extreem koude wind, sneeuw, ijs en vochtigheid, en in de zomer schaduw bieden.
Eenvoudige constructies zijn al voldoende. De schuilstal is open aan de zijde waar de minste wind vandaan komt. De ligruimte en de voederplaats zijn overdekt. Belangrijk is het droog houden van de ligplaats door aangepaste drainage. Er moet steeds gezorgd worden voor voldoende vorstvrij drinkwater. De schuilvoorzieningen moeten groot genoeg zijn om alle paarden tegelijkertijd te kunnen laten schuilen.
Oppervlak schuilstal: circa 3,5 m² per paard.
Meer informatie: