Influenza
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Kennisbank van Vereniging Eigen Paard
Omschrijving
Het paardeninfluenzavirus veroorzaakt een infectie van de bovenste ademhalingswegen en de longen bij gevoelige dieren van alle leeftijden (voornamelijk jonge en oude paarden).
Verspreiding
De virusverspreiding onder paarden gebeurt vooral via direct contact. Om die reden zijn verzamelplaatsen dikwijls een belangrijke infectiebron. Virusuitscheiding gebeurt snel en via neussecreet tot maximaal 5-6 dagen na de infectie.
Symptonen
Typisch zijn de hoge koorts, suf / verminderde prestaties, weinig eetlust, waterige neusvloei en een droge hoest. Indien bacteriën bij de infectie betrokken zijn, wordt de neusvloei dikker (slijm + etter) en horen we een meer ‘rochelende’ hoest.
Bij normaal verloop bedraagt de ziekteduur 2 tot 10 dagen. In het geval van bacteriële complicaties kan het de ziekte langer aanhouden.
Behandeling
Een koortsremmer in combinatie met antibiotica gedurende enkele dagen is aangewezen. Daarnaast is rust in een luchtige omgeving (weide) een absolute must.
Preventie
Vaccinatie beschermt paarden tegenover de ziekte, maar niet tegenover infectie. Dit maakt dat gevaccineerde dieren nog altijd een infectiebron kunnen zijn voor gevoelig paarden. Vaccineer dus steeds alle paarden bij u op stal!
De basisvaccinatie bestaat uit twee injecties met 3 tot 12 weken tussentijd. Daarna is een jaarlijkse hervaccinatie voldoende. Enkel bij (internationale) sportpaarden is een 6-maandelijkse hervaccinatie vereist.
Veulens nemen normaal via de biest gedurende 4 tot 6 maanden de nodige antistoffen op. Indien de merrie niet of gedurende de eerste 7 maand van de dracht werd geënt, kan men de basisvaccinatie bij het veulen best starten op 4 maand. Indien de merrie tijdens de laatste 4 maand van de dracht werd geënt, kan men vanaf 6 maand beginnen met de basisvaccinatie.
Voor alle dieren treedt bescherming pas op 2 weken na de basisvaccinatie!