Meest gestelde vragen

over Vereniging Eigen Paard

De vereniging

Wat kan vereniging Eigen Paard voor mij betekenen?

Vereniging Eigen Paard is een onafhankelijke consumentenorganisatie, die de collectieve belangen van de (aanstaande) paardenbezitter behartigt. De drie belangrijkste aspecten hierbij zijn advies, aankoopbegeleiding en aantrekkelijke kortingen. U kunt bij ons terecht met ál uw vragen. Daarnaast biedt onze website een schat aan algemene informatie, ook vind u er een juridisch databestand met diverse uitspraken van paard gerelateerde rechtszaken, handige adressen en links naar interessante websites. Daarnaast bent u als lid automatisch verzekerd tegen ongevallen tijdens het paardrijden en mennen. Deze verzekering dekt wereldwijd, ook voor beroepsruiters. Bekijk hier ons dienstenoverzicht.

Hoe kan ik lid worden van vereniging Eigen Paard?

U kunt lid worden van de vereniging door u aan te melden middels het aanmeldformulier op onze website www.eigenpaard.nl.

Paard gerelateerde zaken

Mijn pony kwijlde bij het eten en ze kauwde ook heel lang, we hebben daarom een afspraak gemaakt met een paarden gebitsverzorger. Ze is alleen nog nooit behandeld door een paarden gebitsverzorger en ze wil ook niet erg graag dat je in haar mond zit. Hoe kan ik mijn pony daarop voorbereiden?

Het is goed dat je de paarden gebitsverzorger laat komen. Een gebitscontrole moet net als bij mensen regelmatig uitgevoerd worden. 1x per jaar bij paarden is meestal voldoende. Er bestaan paarden gebitsverzorgers en dierenartsen, die tandheelkundige behandelingen uitvoeren. De eerste mogen alleen het gebit verzorgen (veilen, slijpen van de tanden) terwijl de dierenartsen ook mogen verdoven (is vaak het best om het paard rustig en kalm te houden) en zij mogen ook kiezen/tanden trekken. Wij adviseren altijd eerst een paarden gebitsverzorger te laten kijken/komen. Je kunt je pony daar eigenlijk niet op voorbereiden want er komt namelijk een grote beugel in zijn mond om die open te houden. Dit kun je nooit nabootsen en zoals hierboven gezegd eendierenarts verdoofd je pony toch en dan is deze toch rustig. Belangrijk is dat je een goede paarden gebitsverzorger vraagt en wij adviseren een dierenarts die zich gespecialiseerd heeft in gebitsverzorging. Vraag hier naar want sommige geven zich uit voor ‘paardentandarts’ en zijn eigenlijk alleen gebitsverzorgers.

Mijn paard is gisteren ingeënt en heeft op die plaats nu een bultje, is dat normaal?

In principe is het niet vreemd als je paard een bultje krijgt op de plaats van de enting. Zolang deze bult maar na een paar dagen verdwijnt is er niets aan de hand. Gebeurd dit niet dan is het verstandig de dierenarts, welke de enting heeft toegediend, te raadplegen.

Huisvesting

Hoeveel uur beweging moet mijn paard minimaal hebben per dag?

Een paard dient minimaal 2 keer per dag buiten de stal te komen. Bijvoorbeeld 1 keer voor de training en 1 keer minimaal 1 uur weidegang of vrije beweging in een paddock. Indien er geen training plaatsvindt, dient er sprake te zijn van minimaal 2 uur weidegang of paddock.

Hoe lang moet mijn paard in de wei?

Vereniging Eigen Paard is van mening dat een paard in de zomer minstens enkele uren weidegang moet hebben, het liefst nog meer. In principe kan een paard 24 uur per dag in de weide staan. Wanneer het paard 24 uur per dag in de weide staat dient het wel de mogelijkheid te hebben te kunnen schuilen tegen extreme weersomstandigheden. Als je paard bijvoorbeeld bij de vorige eigenaar niet in de weide kwam of net een winterseizoen niet in de weide is geweest is het verstandig de duur van de weidegang op te bouwen. Dit is belangrijk om te voorkomen dat het paard zich helemaal vol eet met gras. Je kunt beginnen met een kwartiertje en dit langzaam opbouwen tot de gewenste duur. Daarnaast kun je de wei in het begin beter niet te groot laten zijn door de wei eerst af te zetten en met de tijd te vergroten om te voorkomen dat je paard helemaal uit zijn dak gaat en een blessure oploopt.

Kan mijn paard beter op stro, vlas of houtkrullen staan?

Dit verschilt per paard en situatie. Een paard met bijvoorbeeld een allergie dient gestald te worden op strooisel die het minste stof bevat (vlas). Stro is ten opzichte van andere strooisels goedkoper en bevat weinig energie. Het paard kan zich daarnaast bezighouden doordat het van het stro kan knabbelen. Stro geeft extra structuur aan de voeding en de mest is beter te gebruiken op het land. Daarnaast geeft stro een mooie aanblik op stal. De nadelen van stro zijn stof, de benodigde opslagruimte en dat veel stro eten verstoppingskoliek kan veroorzaken bij het paard. Vlas geeft minder afval, is stofvrij en heeft een hoog absorptievermogen waardoor de stal makkelijker schoon te houden is. Het nadeel van vlas zijn de hogere kosten en een minder aangename stalaanblik gezien het snel donker kleurt en een paard dat zich sneller verveeld. Houtkrullen nemen bijna tweemaal zoveel vocht op als stro, het kan net als vlas buiten worden opgeslagen onder een zeiltje gezien het verpakt is in plastic. Het geeft een frisse aanblik op stal bij goed onderhoud en geeft ook minder stof dan stro. Het grote nadeel van houtkrullen is dat het moeilijk af te voeren is als mest. Daarnaast is het duurder dan stro en het paard is sneller verveeld.

Hoe groot moet mijn weide voor mijn paarden zijn?

Aanbevolen wordt 0,5 – 1 hectare weiland per paard indien ook het ruwvoer voor de winter meegerekend wordt, anders biedt 1 hectare weiland ruimte aan circa vier paarden. Voor de opfok van jonge paarden is een oppervlakte van minimaal 2 hectare per perceel gewenst. Hoe groter hoe beter.

Hoe groot moet een stal zijn voor mijn paard?

In Nederland zijn er geen wettelijke minimumeisen. Wel zijn er goede richtlijnen voortgekomen uit diverse onderzoeken. Voor het welzijn van het paard dient de grootte van een box minimaal (2 x stokmaat)² te zijn. Dus een paard van 1,65 m moet gestald worden in een box met een oppervlakte van minimaal 10,89 m²: (berekening: 2 x 1,65 = 3,30, 3,30 x 3,30 = 10,89). Daarbij moet de kortste wand van de stal minimaal 1,5 x de stokmaat van het betreffende paard zijn. De boxwand moet minimaal 2,20 m hoog zijn. Dit betekent dat de huidige standaard handelsmaat van 3 x 3 m en een oppervlakte van 9 m² voor veel paarden te klein is. Voor paarden wordt een minimale afmeting van 3,5 bij 3,5 m aanbevolen. Voor de plafondhoogte geldt: hoger is beter vanwege veiligheid (bij een lager plafond kan hoofdletsel ontstaan als een paard steigert) en ventilatie (bij een hoger plafond vindt meer luchtcirculatie boven de box plaats). Een groot paard vereist ook een grotere stal.

Ik hoorde dat een paard niet alleen mag staan; is dat zo?

Hoewel het in sommige landen wettelijk verboden is mag je in Nederland wel een paard alleen houden. Het is echter aan te bevelen om je paard samen met een soortgenoot te huisvesten. Een paard is een sociaal dier en leeft van nature in familiegroepen. Uit onderzoek naar het gedrag van paarden is gebleken dat ze erg sociale dieren zijn die vriendschappen aan gaan die jaren kunnen duren. Paarden uiten vriendschap door samen te spelen en elkaars vacht te verzorgen. Het welzijn van het paard verbetert als het vrije beweging en fysiek sociaal contact kan hebben met soortgenoten (vrienden). In sommige situaties is het niet wenselijk om paarden samen te huisvesten, maar wanneer paarden elkaar kunnen zien moeten ze de mogelijkheid krijgen contact met elkaar te maken.

Longeren

Mijn paard breekt steeds uit bij het longeren, ik heb geen rijbak/longeerbak, dus doe het gewoon in de wei. Ik zet het wel een beetje af met een paar hindernissen maar het helpt niet echt veel. Wat kan ik daar tegen doen?

Je kunt je paard prima in de weide longeren mits de bodem goed genoeg is (dus niet nat en glad). Je neemt een mooi vlak stuk van de weide, vervolgens zet je een ‘longeercirkel’ uit met behulp van stroompaaltjes. Je kunt hiervoor het beste gebruik maken van plastic paaltjes, gezien metalen paaltjes erg scherp kunnen zijn en je wilt natuurlijk niet dat je paard zich daaraan verwondt tijdens het longeren of wanneer je paard alsnog uitbreekt. De cirkel krijg je mooi rond door een paaltje in het midden te zetten en daar je longeerlijn aan te klikken, je lijn rol je helemaal uit tot het einde en met het uiteinde in de hand maak je dan een mooie ronde cirkel. Je kunt de cirkel afzetten met plastic rood – wit lint.

Paardrijden

Ik heb een pony van 22 jaar; kan ik er op blijven rijden?

Bij een oudere pony is het belangrijk dat deze regelmatig en met mate beweging krijgt. Hierdoor blijven de gewrichten en spieren soepel. Probeer de pony iedere dag een uurtje beweging te geven, maar vermijd daarbij zware arbeid en overmatige belasting. Heb je een keer wat meer van de pony gevraagd dan is het goed de pony een dagje rust te gunnen. De voeding van een oudere pony is ook heel belangrijk. Geef bijvoorbeeld voer waarin extra vitamine E en selenium zit. Dit helpt spierbevangenheid te voorkomen. Wanneer het paard ouder wordt kan het ook problemen krijgen met het gebit. Laat dit ook regelmatig (minimaal eenmaal per jaar) controleren door een vakbekwame paardentandarts. Daarnaast moet je een oudere pony, zoals ieder ander paard tijdig inenten, ontwormen en bekappen. Maar om te weten wanneer je pony echt ‘met pensioen’ moet, kun je ‘m het beste goed in de gaten houden. Wat geeft de pony aan, wat straalt hij uit? Zit het dier goed in zijn vel en is het vrolijk? Hoe gedraagt het dier zich onder het zadel, eet hij alles nog goed? Let op de signalen! Wanneer je merkt dat de pony verandert, kijk dan naar de oorzaak en neem maatregelen. Maar zolang je pony vitaal is en ervan geniet, kun je natuurlijk rustig blijven rijden.

Heeft een paard een rustdag nodig, of mag je hem alle dagen belasten?

Een dag rust in de week is wel gewenst. Een dagje buiten staan en lekker vrij bewegen is dan natuurlijk wel prettig voor je paard.

Ik wil gaan paardrijden; wat heb ik nodig?

Als je wilt gaan paardrijden heb je een juiste uitrusting nodig. Deze bestaat minimaal uit: een goedgekeurde veiligheidshelm (cap), een goed passende rijbroek, rijlaarzen, handschoenen en een zweepje. Meer informatie over de uitrusting van de ruiter vind je hier.

Ik wil graag met mijn paard naar buiten; waar moet ik op letten?

Hoewel je buiten te maken kan krijgen met onverwachte omstandigheden, zoals voorbijkomende vrachtauto’s, opvliegende vogels, loslopende honden enzovoorts, kun je toch zelf een aantal maatregelen nemen om veilig op pad te gaan:

Ga nooit als onervaren ruiter alleen of met een onervaren paard de weg op;
Haal een ruiter- en / of koetsiersbewijs;
Let goed op het overige verkeer en geef duidelijk richting aan met je arm;
Ga niet naast elkaar rijden op de openbare weg tenzij dit veiliger is;
Draag een goedgekeurde veiligheidshelm;  Zorg dat je in het donker en bij slecht zicht goed verlicht bent;
Oefen thuis met je paard om het aan vreemde obstakels te laten wennen;
Rijd altijd rechts op de rijbaan of gebruik als ruiter de wegberm;
Rijd geconcentreerd en let op de weg, het overige verkeer en het gedrag van je paard of pony en neem geen enkel risico;
Gebruik het ruiterpad als dat er is;
Wijk op 80 km wegen buiten de bebouwde kom gerust uit naar het fietspad, als de verkeersveiligheid dat naar jouw mening vereist.

Paard kopen

Ik heb een paard op het oog maar het paard heeft OC (dat heeft de verkoper eerlijk aangegeven). Is het wel verstandig om een paard met OC te kopen?

Het is van tevoren niet per definitie aan te geven of je het betreffende paard met OC beter wel of niet kunt kopen. Dit is geheel afhankelijk van de ernst van de ‘aandoening’. Je kunt het beste de foto’s opvragen en ermee naar je eigen dierenarts gaan voor advies. Het heeft uiteraard wel invloed op de waarde van het paard.

Men raad mij af een paard te kopen bij een handelaar. Wat vinden jullie daarvan?

Handelaren kunnen niet over één kam geschoren worden. Zoals in iedere branche zitten er goede en slechte tussen. Maar ook bij een particulier kun je de mist in gaan. Daarom is het belangrijk je goed te verdiepen in de historie van het paard en altijd een deskundige mee te nemen. Een goed voorbeeld is de aankoopbegeleiding die wij onze leden bieden.

Ik wil een veulen / jaarling kopen; waar moet ik op letten?

De aankoop van een eerste veulen is uiteraard spannend en behoeft aandacht. Ten eerste is het goed je af te vragen wat voor doel je voor ogen hebt met je aankoop. Wil je gaan fokken (in geval van een merrie ) dan is de bloedlijn van belang. Is het een hengst en wil je hem wellicht voorstellen op de hengstenkeuring, dan is ook de afstamming belangrijk. Als je niet wilt fokken, dan is de bloedlijn wat minder belangrijk en speelt met name de vraag: wat is je doel? Mennen of rijden en op recreatief niveau of in de sport? Vraag de fokker goed naar de moeder van het veulen: wat heeft zij zelf gedaan, is zij geprimeerd en vooral hoe is haar karakter en is zij gezond? De informatie over de vader kun je vaak vinden bij het stamboek en wellicht kan de fokker hier ook meer over vertellen. Kijk daarnaast naar de maat van de merrie en de hengst. Die kan een indicatie geven over de mogelijke maat van je veulen later. Wellicht zijn er meerdere afstammelingen van de moeder die je bij de fokker kunt zien of je kunt navraag doen over deze dieren. Wanneer je de jaarling zelf gaat bekijken is de eerste indruk erg belangrijk: hoe kijkt het veulen je aan? Zijn de beenstanden correct? Kijk goed naar het beenwerk als het veulen in stap recht van je af loopt en weer recht naar je toe. Blijven de beenzettingen correct genoeg? Dan is het van belang het veulen in vrijheid te zien bewegen. Het is aan jou te beoordelen of de bewegingen voldoen aan je toekomstige wensen. Vraag daarnaast nog of de fokker weet van enige stalondeugden bij het veulen. Tot slot is de prijs natuurlijk afhankelijk van de kwaliteit van het veulen en hoe deze zich verhoudt tot je toekomstige ambities met je aankoop.

Vervoer

Wanneer heb ik een rijbewijs E achter B nodig als ik met een trailer wil rijden?

Dit is afhankelijk van de combinatie. Als je in het bezit bent van het rijbewijs B mag je een personenauto of bestelwagen besturen met aanhangwagen die inclusief lading maximaal 750 kg weegt. Wanneer je aan de volgende voorwaarden voldoet mag je wel meer dan 750 kg trekken. Bron: CBR brochure ‘Aanhangwagens en caravans trekken’. 1) Het gewicht van de lege auto moet hoger zijn dan het maximale gewicht van de aanhangwagen; 2) De totale combinatie mag niet meer wegen dan 3500 kg. Dus het gewicht dat de aanhanger maximaal kan vervoeren en het gewicht van de maximaal beladen auto samen. Wanneer je in het bezit bent van het BE rijbewijs ben je niet gebonden aan een maximaal gewicht. Het is echter wel belangrijk goed op de volgende zaken te letten: Mogelijkheden van het trekkend voertuig Wat mag het voertuig maximaal trekken, hoeveel mag de trekhaak voortbewegen (horizontaal) en hoeveel mag er op rusten (verticaal)? Je kunt deze gegevens vinden op het kentekenbewijs. Soms is het ook te vinden op het typeplaatje van de trekhaak of het instructieboekje. Maximale massa trekkend voertuig Het trekkende voertuig dient een gewicht te hebben van onder de 3500 kg. Wanneer dit meer is dan is een groot rijbewijs (C) noodzakelijk.

Ik wil een eigen paard; moet ik dan ook een trailer aanschaffen?

Dat is geheel afhankelijk van de frequentie waarmee je je paard wilt vervoeren. Wil je wekelijks naar de les en af en toe wedstrijden rijden en kan dit niet te paard, dan is een trailer natuurlijk handig. Maar ben je niet van plan veel te gaan reizen met je paard dan is het ook mogelijk om een paardentaxi te bestellen of een paardentrailer te huren.

Verzorging

Hoeveel uur beweging moet een paard per dag hebben?

Een paard dient minimaal 2 keer per dag buiten de stal te komen. Bijvoorbeeld een keer voor de training en een keer minimaal 1 uur weidegang of vrije beweging in een paddock. Indien er geen training plaatsvindt, dient er sprake te zijn van minimaal 2 uur weidegang of paddock. De voorkeur gaat echter uit naar zoveel mogelijk (vrije) beweging; hoe meer (langer) beweging het paard krijgt, hoe meer het welzijn van het paard verhoogd wordt.

Wat is beter voor de verzorging van de manen van mijn shetlandpony, een borstel of een kam?

Voor het verzorgen van de manen kun je zowel een borstel als kam gebruiken. Belangrijkste is dat je niet teveel manen uittrekt bij het verzorgen. Heeft het paard of pony dunne manen gebruik dan liever geen kam. Shetlanders hebben over het algemeen een heel dikke manen en meestal kun je met een kam prima overweg. Als je ze eenmaal met de kam netjes op orde hebt kun je vaak de volgende dagen met een goede harde borstel de manen weer netjes krijgen. Dus: zijn de manen dun dan liever een borstel of zeer grove kam gebruiken, zijn de manen dik dan 1x per week eerst goed kammen en de volgende dagen borstelen.

Wat te doen tegen brokkelhoeven?

Bij een brokkelhoef brokkelt de draagrand van de hoef af door een slechte hoornkwaliteit. Brokkelhoeven kunnen veroorzaakt worden door een slechte hoefverzorging, weersinvloeden, maar kan ook door een structurele zwakke hoornstructuur. In het laatste geval moet je de hoeven goed laten onderhouden door een vakbekwame hoefsmid. Daarnaast kun je het paard supplementen geven die de kwaliteit van het hoorn verbeteren. Wanneer de brokkelhoeven worden veroorzaakt door droge weersomstandigheden, is het zaak de hoeven goed nat te maken. Dit kun je doen door de hoeven 10 minuten in een emmer (zonder hengsel!) te plaatsen en lichtjes af te drogen en vervolgens goed in te smeren met hoefolie om het vocht in de hoef te houden. De hoeven insmeren met vet of olie zonder ze van tevoren nat te hebben gemaakt heeft geen nut. Je kunt de hoeven ook langere tijd afspuiten of met je paard door het natte gras lopen. Wanneer brokkelhoeven veroorzaakt wordt door natte weersomstandigheden moet je het paard op een droge plaats huisvesten. Je kunt de draagrand ook insmeren met teer om ze weer harder te krijgen. Daarnaast moet je (altijd) de hoeven regelmatig laten bekappen of het hoefbeslag tijdig laten vervangen door een vakbekwame hoefsmid.

Ik heb een pony van 22 jaar; kan ik er op blijven rijden?

Paardenvoeding

Ik heb een 5 jarige merrie die vorig jaar al eens hoefbevangen is geweest. Ze is begin mei het gras op gegaan. Ik heb haar rustig laten wennen aan het gras, ze staat nu dag en nacht met een groep paarden op een aantal kale weilanden. Ik zie dat ze langzaam aan dikker begint te worden. Ik voer elke dag 1,5 kg onderhoudsbrok en een appeltje en paardenkoek als beloning. Hoe voorkom ik dat ze nog dikker wordt of misschien weer hoefbevangen?

Als een paard eenmaal hoefbevangen is geweest, dan is de kans op herhaling van dit probleem groter. De meeste paarden blijven dan extra gevoelig voor hoefbevangenheid. Allereerst is het beter om te stoppen met extra’s, zoals appels. Appels bevatten veel gemakkelijk opneembare suikers, die in grote hoeveelheden niet gewenst zijn voor een paard die gevoelig is voor hoefbevangenheid. Probeer het rantsoen eenvoudig te houden en geef zo min mogelijk extra’s. Tussendoortjes zijn net als bij mensen dikmakers. Een paardenkoek zorgt voor extra vitaminen en mineralen naast de weidegang. Het voeren van paardenkoek én onderhoudsbrok is eigenlijk dubbelop. Als er weinig met het paard gereden wordt zou een portie paardenkoek per dag, afhankelijk van het grasrantsoen in de vitaminen- en mineralen behoefte kunnen voorzien. Regelmatig bewegen is voor zowel mensen als paarden erg goed. Probeer het paard zoveel mogelijk te laten bewegen door middel van longeren, stapmolen of rijden. De beste manier van bewegen is duurprestatie. Dit is lange tijd bewegen met een lage intensiteit. Denk hierbij aan een lange rit in het bos of op het strand waarbij stappen en draven afgewisseld wordt. Probeer dit meerdere malen per week te doen. Het voorjaarsgras bevat meer energie en eiwit dan het gras later in het seizoen. Indien mogelijk zou de hoeveelheid grasopname vermindert moeten worden. Dit kan door beperkte toegang tot de weide, het afzetten van een kleiner stukje of strip grazen. Bij strip grazen krijgt het paard steeds kleine stukjes vers/langer gras erbij. Als het paard minder toegang tot de weide krijgt zet haar dan in een paddock met grofstengelig hooi, zodat ze wel een uitloop heeft. Lees meer: Hoefbevangenheid

Ik heb één paard die redelijk mager is en zelfs met slobbber en maismeel nog niet goed aankomt. Ik ben op zoek naar voer waarvan ze wat dikker wordt. Wat kan ik het beste voeren?

Een mager paard kan veroorzaakt worden door diverse factoren. Laat regelmatig het gebit controleren door een paardentandarts en zorg voor regelmatige ontworming. Is het gebit en ontworming in orde dan kan de oorzaak in de voeding gezocht worden. Een paard dat te mager is krijgt te weinig energie ten opzichte van de hoeveelheid energie die hij verbruikt. Zoek een structurele oplossing in het rantsoen, waardoor je paard beter op gewicht blijft. In deze tijd van het jaar is de beste oplossing om je paard een beetje aan te laten komen om hem meer weidegang te geven. Het weidegras bevat bijna alles wat een paard nodig heeft en zorgt dat ze snel aanzetten. Laat je paard wel rustig wennen aan de overgang naar meer gras en overvoer hem niet. Mocht je niet beschikken over voldoende weidegras geef dan onbeperkt hooi of kuilgras van goede kwaliteit. Lees meer over ruwvoer. Extra voeren van slobber, maïsmeel, bietenpulp etc. zijn oplossingen voor de korte termijn en geven niet altijd het gewenste resultaat. Mocht je paard op geen enkele wijze dikker worden, raadpleeg dan je dierenarts. Lees meer over voeding voor magere paarden

Mijn pony is snel te dik en gevoelig voor hoefbevangenheid. Ik rijd recreatief 5x in de week. Hoe kan ik zo min mogelijk suiker voeren, maar wel alles geven wat ie nodig heeft?

Voor sommige paarden kan het gewenst zijn om het suikergehalte in het rantsoen te reduceren, bijv. voor dikke paarden, bij hoefbevangenheid en insulineresistentie of spierbevangenheid. Hoewel de meeste paardenhouders erg letten op het suikergehalte van het krachtvoer zijn juist gras en ruwvoer de grootste leverancier van suiker in het rantsoen. Vooral in het voorjaar kan het gras veel fructaan(suiker) bevatten. Fructaan is de veroorzaker van hoefbevangenheid. Voornamelijk bij koude nachten en zonnige dagen is het suikergehalte ’s morgens erg hoog in het gras. Dit komt omdat een grasplant het opgebouwde suiker niet omzet in gewas en het suiker wordt opgeslagen in de plant. Houd hier rekening mee met weidegang. Bij zonnige dagen met koude nachten kun je een gevoelig paard het beste pas ’s middags op het land zetten. In de zomer is het suikergehalte in het gras iets lager, maar is het belangrijk om gestresst gras te voorkomen door te zorgen voor voldoende water en bemesting. In het najaar kan het gras nog een groeispurt krijgen, waardoor de suikergehalten weer stijgen. Ook in het najaar is oplettendheid gewenst bij zonnige dagen en koude nachten. Omdat het suikergehalte in gras varieert is dit ook het geval in het hooi en kuilgras. In hooi varieert het suikergehalte tussen de 7,5 – 13,5 % en in kuilgras tussen de 7 – 11%. Bekijk de voedingswaarde van een kilogram hooi en een kilogram kuilgras. Omdat meer dan de helft van het rantsoen bestaat uit gras en ruwvoer is het belangrijk om een idee te hebben van de voedingswaarde. Over het algemeen bevat langstengelig uitgegroeid gras het minste suiker. Van gefabriceerde ruwvoeders wordt vaak een richtlijnanalyse gegeven. Zoek gefabriceerde ruwvoeders. Veel fabrikanten vermelden het suikergehalte van het krachtvoer. Let hierop en vergelijk dit met elkaar. Bedenk hierbij dat het suikergehalten van het krachtvoer minder invloed op het rantsoen heeft dan het suikergehalte van het ruwvoer. Zoek een voer met de suiker checker. Aan veel krachtvoeders wordt melasse toegevoegd. Melasse bestaat voor 50% uit suiker. Er zijn ook krachtvoeders verkrijgbaar zonder melasse. Zoek krachtvoer zonder melasse. Verder kunnen extra producten als snoepjes, wortels en appels het beste vermeden worden, omdat dit ook extra bronnen van suiker zijn. Het uitbannen van suiker in het rantsoen is niet nodig en tevens onmogelijk, maar het belangrijkste is, weet wat je voert en wat bij de behoefte van jouw paard past! Lees meer: Behoefte paard/pony energie en eiwitBehoefte paard/pony vitaminen en mineralen

Ik heb een paard van 25 jr. Tot vorig jaar waren er geen problemen, maar dit jaar is mijn oudere paard ontzettend vermagerd. Terwijl hij eigenlijk alleen meer is gaan eten. Hij krijgt 3 x kuilgras en weidehooi, van 08-18 weidegang, een kilo (kuil)mais, een kilo muesli en halve kilo basisbrok Pavo, met een scheut zonnebloemolie. Zijn tanden zijn nagekeken en wordt altijd trouw ontwormd. Hoe kan ik hem wat aan laten komen?

Naarmate paarden ouder worden wordt ook de spijsvertering minder efficiënt. Het kan dus heel goed dat je paard meer eet, maar hiervan minder benut. Dit kan komen doordat het gebit minder goed in staat is om het voedsel te verkleinen, waardoor de opname minder is en meer onverteerde stukken in de mest worden terug gevonden, maar ook kan het zo zijn dat de hele spijsvertering minder goed in staat is om voedingsstoffen op te nemen. Ook kan de kwaliteit van het ruwvoer invloed hebben op de conditie van je paard. Als het kuilgras en weidehooi dit jaar/deze partij veel minder voedingsstoffen bevat dan vorig jaar/andere partij dan zou dit ook een oorzaak kunnen zijn dat je paard vermagerd. Let dus op de kwaliteit van je ruwvoer en weet wat je voert. Geef indien mogelijk onbeperkt ruwvoer van goede kwaltieit als je paard dit nog goed kan kauwen. Kies anders voor gehakseld ruwvoer.

De laatste tijd is er bij ons op stal veel discussie over zetmeel in paardenvoer. Zetmeel zou ‘slecht’ zijn voor een paard. Klopt dit en wat kunnen jullie mij vertellen over het al dan niet nodig zijn van zetmeel in paardenvoeders?

Er is veel onduidelijkheid bij paardenhouders over de rol van zetmeel (als ook suikers) in voeding. Zetmeel (en suiker) zijn koolhydraten die in paardenvoer voorkomen variërend van ca. 18 – 45%. Bekijk producten. Zetmeel en suiker zijn de voornaamste energieleveranciers in krachtvoer. Een paard heeft dus zetmeel in de voeding nodig om energie vrij te maken in het lichaam voor prestaties. Dus zetmeel is niet op voorhand slecht. Grote hoeveelheden zetmeel in het lichaam kunnen echter wel voor problemen zorgen. Als bijvoorbeeld veel kg krachtvoer(meer dan 3 kg) tegelijk gegeven wordt dan is het mogelijk dat onverteerd zetmeel doorstroomd naar de blinde en dikke darm waar het problemen kan veroorzaken, zoals koliek en darmstoornissen. Daarom dient altijd in kleine porties gevoerd te worden. Lees meer basistips. Voor bepaalde paarden kan veel zetmeel in het voer wel ongewenst zijn. Bijvoorbeeld voor paarden die gevoelig zijn voor spierbevangenheid, paarden die insulineresistent zijn of bij de ziekte van Cushing. Bij sobere rassen, zoals Ijslanders, Haflingers etc is het ook af te raden om een voeder te geven met een hoog zetmeelgehalte(> 40%), omdat deze paarden weinig energie nodig hebben. Bij insulineresistentie en spierbevangenheid wordt een rantsoen geadviseerd, waarbij de energie voornamelijk uit vet wordt gehaald in plaats van uit zetmeel. Lees meer over een vetrijk rantsoen. Voor paarden die prestaties moeten leveren is zetmeel in kleine hoeveelheden en meerdere porties dus niet slecht. Het energiegehalte van krachtvoer staat in relatie tot het zetmeelgehalte. Voer met een hoog energiegehalte bevat vaak ook meer zetmeel. Lees meer: Energie voor zware prestaties

Ik heb een paard van 27 jaar die met pensioen is. In de winter is het moeilijk om hem op gewicht te houden. Hij begint dan in te vallen bij de flanken. Hij krijgt 2 kilo Subli basisbrok per dag en 2 plakken hooi. Ik wil graag het afvallen voor zijn. ’s Winters staat hij onder dek.

Veel oudere paarden hebben in de winter moeite om in conditie te blijven. Het zachte weidegras is veel gemakkelijker verteerbaar dan hooi of kuilgras. Helaas is in de winter niet voldoende weidegras aanwezig, waardoor het paard aangewezen is op een rantsoen van hooi of kuilgras. Onder een dek zetten kan voor oudere paarden gewenst zijn om niet teveel energie te verbruiken voor het verwarmen van het lichaam. Als het kauwen van hooi nog goed gaat, geef dan onbeperkt hooi om vermagering te voorkomen. Vezels en voeding uit hooi is heel belangrijk om de spijsvertering gezond te houden en het paard op conditie te houden. Oude paarden Vanaf de leeftijd van ca. 20 jaar hebben paarden een andere voedingsbehoefte, waardoor extra aandacht aan het rantsoen besteed moet worden. Bepaalde voedingsstoffen worden minder gemakkelijk opgenomen of moeten via het rantsoen extra aangeboden worden. Lees meer over voeding voor oudere paarden. Vermageren Vermagering voorkomen kan op diverse manieren en verschilt ook per paard. Dit is afhankelijk van de behoefte, de staat van het gebit en de kwaliteit van het ruwvoer. Lees meer over voeding om een oudere pony/paard op gewicht te houden.

Bij ons heeft de pensionhouder vandaag een nieuwe baal (voordroog)kuil neergezet. Dit is 2e snede. De vorig baal was 1e snede en was mooi droog, grof en lekker lang, bijna hooi. De nieuwe baal van de 2e snede is een stuk fijner, donkerder van kleur en ruikt ook wat zuurder, het is ook een stuk vochtiger. Is het per definitie zo dat kuilgras van de 2e snede minder voedingswaarde bevat dan kuilgras van de 1e snede? Mijn paard is gevoelig voor spierbevangenheid. Kan ik haar dit kuil zonder problemen geven of kan ik beter overgaan op hooi?

De kwaliteit en voedingswaarde van (voordroog)kuilgras kan enorm wisselen. Dit is onder andere afhankelijk van het perceel, het gewas, de bemesting, groeiseizoen en het tijdstip van oogsten. Over het algemeen geldt dat de 1e snede meer voedingswaarde bevat dan de 2e snede, omdat de 1e snede langer heeft kunnen groeien en het gras in het voorjaar meer voedingsstoffen bevat. Maar de 2e snede hoeft niet per definitie minder voedingswaarde te bevatten, omdat dit afhankelijk is per perceel. Mocht de tweede snede afkomstig zijn van een ander perceel dat vaker bemest is dan zou de 2e snede ook meer voedingswaarde kunnen bevatten. Het suikergehalte van ruwvoer is moeilijk in te schatten en aan de buitenkant niet te zien. Om precies te weten wat je voert zou een ruwvoeranalyse van de partij uitgevoerd moeten worden. Dit is mogelijk bij de BLGG in Oosterbeek. Als richtlijn kan aangenomen worden dat grof kuilgras minder voedingswaarde bevat dan fijn kuilgras. Een fijnere, natte kuil heeft een lagere pH (hogere zuurgraad). Als deze zuurgraad erg hoog is dan kan dit stoornissen veroorzaken in het maagdarmkanaal. Lees meer: Voedingswaarde ruwvoer. Als de balen kuilgras onderling erg verschillen is het raadzaam om langzaam over te schakelen naar de nieuwe partij. Een plotselinge overgang kan zorgen voor maag/darmstoornissen. Hierbij zouden beide partijen enkele dagen gemixt kunnen worden, zodat de paarden langzaam kunnen wennen aan de nieuwe partij. Een paard wat gevoelig is voor wisselingen in het rantsoen of spierbevangenheid zou baat kunnen hebben bij het voeren van hooi in plaats van kuilgras, omdat de kwaliteit van hooi meestal constanter is. Ook hierbij geldt dat het suikerpercentage in hooi erg hoog kan zijn, waardoor een ruwvoeranalyse precies kan aangeven wat er gevoerd wordt. Lees meer: Ruwvoer

’We

Een wintervacht is zeer nuttig om een paard warm te houden, maar tijdens arbeid kan dit erg lastig zijn. Een dikke wintervacht zorgt ervoor dat paarden tijdens arbeid hun warmte moeilijk kwijt kunnen, dit wordt nog erger als de temperaturen relatief hoog zijn. Als een paard zijn warmte niet kwijt kan zal hij overmatig gaan zweten en het uithoudingsvermogen zal verminderen. Elektrolyten zorgen voor het herstellen van de vochtbalans. Door elektrolyten te verstrekken in de voeding worden de verliezen van het zweten weer aangevuld en zal de vochtbalans herstellen. Elektrolyten, zoals natrium, kalium en calcium zitten in alle paardenvoeders in verschillende hoeveelheden en verhoudingen, maar kan ook door middel van een supplement toegediend worden. Elektrolyten zullen het zweten echter niet verminderen. De oorzaak van het overmatig zweten is de dikke wintervacht in combinatie met de buitentemperatuur. Een dikke vacht verminderen kan bijv. door in de winter toegang tot een stal te bieden of in het najaar een warme deken op te leggen. Als een paard veel moet presteren kan scheren een uitkomst zijn. Het bijvoeren van extra energierijke voeding kan helpen om hem iets fitter te maken, maar neemt de oorzaak niet weg. Als het paard snel dik wordt is het verstandig om de de ponybrok te vervangen voor een voeding met een hogere energiewaarde en niet naast elkaar te blijven voeren. Dan geef je extra veel krachtvoer, waardoor de kans op vervetting groter wordt. Lees meer: Bezoekersvraag: hoe geef je een dikke pony genoeg energie

Mijn merrie haflinger van 5 jaar staat zomers in de wei en ’s winters in een buitenverblijf met uitloop en stal. Ze krijgt alleen hooi gevoerd, is in goeie conditie heeft prachtige stevige hoeven en ziet er goed uit . Ze wordt ongeveer 5 x per week een uur buiten gereden en heeft aanleg om dik te worden. Moet ik haar extra vitaminen geven?

Haflingers behoren tot de sobere rassen en dienen daarom ook sober gevoerd te worden. Haflingers kunnen met relatief weinig voedingsstoffen toe en hebben aanleg om snel dik te worden. Of een paard bijgevoerd moet worden met krachtvoer of vitaminen en mineralen is afhankelijk van de kwaliteit van het hooi en de prestaties die het paard moet leveren. De kwaliteit van hooi kan erg verschillen, waardoor ook de voedingswaarde en hoeveelheid vitaminen en mineralen heel erg kan verschillen. Daarom is het ook moeilijk in te schatten of een rantsoen met uitsluitend hooi zal voorzien in de behoefte van jouw paard. De voedingswaarde van hooi is o.a. afhankelijk van de bemesting, grassoort, klimaat, grondsoort en tijdstip van oogsten. Een paard dat 5x per week een uur recreatief wordt gereden valt onder lichte arbeid. Voldoende ruwvoer (1 – 1,5 kg per 100 kg lichaamsgewicht) van goede kwaliteit hooi zou in de behoefte kunnen voorzien, maar dit is geen garantie. De uitstraling en conditie van het paard kan een duidelijke indicatie geven van de gezondheid. Een ruwvoeranalyse zou uitsluitsel kunnen geven. Bij twijfel of een bewezen tekort zou een vitaminekoek bijgevoerd kunnen worden of mineraalvoer. Deze producten zijn ideaal voor sobere rassen, omdat het veel vitaminen en mineralen bevat, maar relatief weinig energie en eiwit. Let op: in de winter bij koude temperaturen kan de behoefte van een paard stijgen. Lees meer: RuwvoerVoer voor Haflingers Voedingswaarde ruwvoer Behoefte energie/eiwit Behoefte vitaminen/mineralen

Mijn paard heeft al meerdere keren koliek gehad. Vorige week heeft hij sneeuw gegeten en daardoor weer koliek gekregen. Wat kan ik het beste voeren na koliek? En hoe kan ik voorkomen dat het nog eens gebeurt?

Koliek kan diverse oorzaken hebben, zoals bijv. zand eten, maagzweren, snelle overgang in de voeding, verstopping, vezelarm dieet en vele andere. Koliek is een verzamelnaam voor buikpijn, wat overal in de buik kan voorkomen. Vaak ontstaat koliek in de darmen. Soms gaat koliek vanzelf over na bijv. een stukje wandelen, maar meestal moet de dierenarts erbij gehaald worden. Als de koliek niet te lang heeft geduurd mag een paard vrij snel na de koliek gevoerd worden met hooi. Hooi stimuleert de spijsvertering en brengt alles weer op gang. Als het paard gemest heeft en weer herstelt lijkt mag weer langzaam overgeschakeld worden naar het normale rantsoen. Denk wel goed na over de mogelijke oorzaak van de koliek en probeer hierop in te spelen. Bijvoorbeeld maagzweren en wormen vergroten de kans op koliek. Als een paard ernstige koliek heeft gehad of al meerdere keren koliek heeft gehad dient het rantsoen aangepast te worden. Deze aanpassing is afhankelijk van de soort koliek. Doe deze aanpassing in het rantsoen in overleg met je dierenarts. Een aandachtspunt is altijd de hoeveelheid vezels in het rantsoen. Vezels zorgen voor een stimulering van de spijsvertering en een gezonde darmflora. Dus geef altijd voldoende ruwvoer van goede kwaliteit. Voor het herstellen van de darmflora en voorkomen van koliek zijn diverse probiotica en supplementen verkrijgbaar. Lees hoe je de kans op koliek kunt verkleinen

Welzijn

Heeft een paard een rustdag nodig, of mag je hem alle dagen belasten?

Een dag rust in de week is wel gewenst. Een dagje buiten staan en lekker vrij bewegen is dan natuurlijk wel prettig voor je paard.

Ik hoor steeds over het welzijn van het paard; wat is dat?

In 1965 werd in Europees verband door de commissie Brambell een ‘uitgangspunt voor een welzijnsdefinitie’ geformuleerd. Hierin stonden de vijf vrijheden van het dier: 1. Vrij van honger, dorst en onjuiste voeding; 2. Vrij van fysiek en thermaal ongerief; 3. Vrij van pijn, verwonding en ziekte; 4. Vrij van angst en chronische stress; 5. Vrij om natuurlijke gedragingen en gedragspatronen te vertonen. Het betekent dus eigenlijk dat je paard op een juiste wijze behandeld wordt en gezond is en zich goed voelt.

Ik hoorde dat een paard niet alleen mag staan; is dat zo?

Website zaken

Ik wil graag jullie juridische contracten bekijken maar ik heb geen toegang?

Voor het downloaden van de juridische contracten van Vereniging Eigen Paard moet je lid zijn van de vereniging. Leden hebben, nadat ze zijn ingelogd, toegang tot de gehele website.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten, wat nu?

Als je op onze website op inloggen klikt zie je onder de inlogvensters een button ‘wachtwoord opvragen’. Als je je gebruikersnaam invult en vervolgens op de button ‘wachtwoord opvragen’ drukt worden je inloggegevens naar je gemaild. Ben je ook je gebruikersnaam vergeten stuur ons dan een mailtje.

Ik ben verhuisd, waar kan ik mijn gegevens wijzigen?

Je kunt een adreswijziging doorgeven via het formulier dat je vind op de contactpagina.